nl
Instellingsmenu
Gewenste waarde temperatuur (T-const.)
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die een absolute temperatuur
als gewenste waarde vereisen.
Gewenste waarde temperatuur (ΔT-const.)
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die een absoluut temperatuur-
verschil als gewenste waarde vereisen.
Gewenste toerentalwaarde
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die een toerental als gewenste
waarde vereisen.
Gewenste waarde PID
Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde regeling.
Externe gewenste waardebron
Zichtbaar, wanneer in het contextmenu van de eerder beschreven
gewenste waarde-editors een externe gewenste waardebron (ana-
loge ingang of CIF-module) is geselecteerd.
Temperatuursensor T1
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die een temperatuursensor als
werkelijke waarde vereisen (temperatuur constant).
Temperatuursensor T2
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die een tweede temperatuur-
sensor als werkelijke waarde vereisen (verschiltemperatuurrege-
ling).
Vrije sensoringang
Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde regeling.
Sensor opvoerhoogte extern
Zichtbaar bij zoneregeling Δp-c, die een verschildruk als actuele
waarde vereist.
No-Flow Stop
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die de extra regelfunctie „No-
Flow Stop" ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepas-
singen in de instellingsassistent" [" 67]).
Q-Limit
Max
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die de extra regelfunctie „Q-
Limit
" ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepas-
Max
singen in de instellingsassistent" [" 67]).
Q-Limit
Min
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die de extra regelfunctie „Q-
Limit
" ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepas-
Min
singen in de instellingsassistent" [" 67]).
Noodbedrijf
Zichtbaar bij actieve regelingsmodi, die resetten naar een vast toe-
rental voorzien.
PID-parameters Kp
Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.
PID-parameters Ki
Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.
PID-parameters Kd
Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.
72
Beschrijving
Instellen van de gewenste waarde van de temperatuur voor de re-
gelingsmodus „constante temperatuur (T-const.)".
Instellen van de gewenste waarde van het temperatuurverschil
voor de regelingsmodus „constant temperatuurverschil (ΔT-
const.)".
Instellen van de gewenste waarde van het toerental voor de rege-
lingsmodus „constant toerental (n-const.)".
Instellen van de gewenste waarde van de door de gebruiker gede-
finieerde regeling via PID.
Koppelen van de gewenste waarde aan een externe gewenste
waardebron en instellen van de gewenste waardebron.
Instellen van de eerste sensor (1), die voor de temperatuurregeling
(T-const., ΔT-const.) wordt gebruikt.
Instellen van de tweede sensor (2), die voor de temperatuurrege-
ling (, ΔT-const.) wordt gebruikt.
Instellen van de sensor voor de door de gebruiker gedefinieerde
PID-regeling.
Instellen van de externe sensor voor de opvoerhoogte bij de zone-
regeling.
Instellen van de automatische detectie van gesloten ventielen
(geen doorstroming).
Instellen van een bovengrens van de debiet.
Instellen van een ondergrens van de debiet.
Als de ingestelde regelingsmodus uitvalt (bijv. storing van een sen-
sorsignaal), kan tussen 'Pomp AAN' en 'Pomp UIT' worden geko-
zen. Wanneer 'Pomp AAN' wordt geselecteerd, kan een constant
toerental worden ingesteld, waar de pomp automatisch naar uit-
wijkt.
Instellen van de Kp-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde
PID-regeling.
Instellen van de Ki-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde
PID-regeling.
Instellen van de Kd-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde
PID-regeling.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08