Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Stratos GIGA2.0-I Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 58

Verberg thumbnails Zie ook voor Stratos GIGA2.0-I:
Inhoudsopgave

Advertenties

nl
58
De geregelde verschildruk H neemt met het debiet af of toe.
De stijging van de ∆p-v-karakteristiek kan door het instellen van het procentuele aandeel
van H
(stijging ∆p‑v-karakteristiek) op de betreffende toepassing worden aangepast.
gew.
LET OP
In het contextmenu [•••] van de gewenste waarde-editor „Gewenste
waarde verschildruk ∆p-v" zijn de opties „Nominaal bedrijfspunt Q" en
„Stijging ∆p-v-karakteristiek" beschikbaar.
In het contextmenu [•••] van de gewenste waarde-editor „Gewenste waarde verschildruk
∆p-v" zijn de opties „Nominaal bedrijfspunt Q" en „Stijging ∆p-v-karakteristiek" beschik-
baar.
Δp‑v wordt in circuits met variabele druk- en debietstromen gebruikt, bijv. voor verwar-
mingselementen met thermostaatventielen of apparaten voor de klimaatregeling.
Een hydraulische inregeling is in alle genoemde circuits nodig.
Verschildruk Δp-c
De regeling houdt de door de pomp gegenereerde verschildruk via het toegestane debiet-
bereik constant op de ingestelde gewenste waarde voor de verschildruk H
maximale karakteristiek.
Voor de bijbehorende vooraf vastgelegde toepassingen staat een geoptimaliseerde con-
stante verschildrukregeling ter beschikking.
Uitgaande van een bepaalde benodigde opvoerhoogte die aan de hand van het dimensio-
neringspunt moet worden ingesteld, past de pomp het pompvermogen variabel aan het be-
nodigde debiet aan. Het debiet varieert door de geopende en gesloten ventielen op de ver-
bruikerscircuits. Het pompvermogen wordt aangepast aan de behoefte van de consument
en de energiebehoefte gereduceerd.
Δp‑c wordt in circuits met variabele druk- en debietstromen gebruikt, bijv. voor vloerver-
warming of plafondkoeling. Een hydraulische inregeling is in alle genoemde circuits nodig.
Slechtste punt Δp-c
Voor het „Slechtste punt Δp-c" staat een geoptimaliseerde constante verschildrukregeling
ter beschikking. Deze verschildrukregeling verzekert de voorziening in een wijdvertakt of
slecht gebalanceerd systeem.
De pomp houdt rekening met het punt in het systeem, waarvoor de toevoer het moeilijkst
is.
Daarvoor heeft de pomp een verschildruksensor nodig, die op dit punt („slechtste punt") in
het systeem is geïnstalleerd.
De opvoerhoogte moet worden ingesteld op de benodigde verschildruk. Het pompvermo-
gen wordt afhankelijk van de behoefte op dit punt aangepast.
LET OP
De af fabriek gemonteerde verschildruksensor op de pomp kan parallel
aan de verschildruksensor op het slechtste punt worden gebruikt, bij-
voorbeeld voor de warmtehoeveelheidsregistratie op de pomp. De af fa-
briek gemonteerde verschildruksensor is al op de analoge ingang AI1 ge-
configureerd.
Samen met de op AI3 en AI4 geconfigureerde temperatuursensoren
maakt de functie warmtehoeveelheidsregistratie gebruik van deze sensor
op AI1 om het debiet te bepalen.
De verschildruksensor op het verst weggelegen punt moet in deze con-
stellatie op analoge ingang AI2 worden geconfigureerd.
Als flenspositie moet hiervoor „Overige positie" worden geselecteerd. Zie
hoofdstuk „Toepassing en functie van de analoge ingangen AI1 ... AI4"
[" 88].
Dynamic Adapt plus (fabrieksinstelling)
De regelingsmodus Dynamic Adapt plus past automatisch het pompvermogen aan de be-
hoefte van de installatie aan. Het is niet nodig om de gewenste waarde in te stellen.
Dat is optimaal voor circuits waarvan de dimensioneringspunten niet bekend zijn.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08
tot aan de
gew.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Stratos giga2.0-dStratos giga2.0-b

Inhoudsopgave