10.4.2 Batterij vervangen
Om de knoopcel CR1220 (→ Fig. 48: Knoopcel CR1220 [} 52]) te kun-
nen vervangen moet u mogelijk de onderste twee ingangsprintplaten
demonteren.
AANWIJZING
Gegevensverlies!
U moet de huidige configuratie van het apparaat opslaan voordat u
de batterij vervangt. Anders gaan alle instellingen verloren.
ü Je hebt de huidige configuratie opgeslagen (→ Configuratie op-
slaan [} 49]).
ü De voeding is onderbroken en beveiligd tegen opnieuw inscha-
kelen.
ü De behuizing is geopend.
ü De benodigde hulpmiddelen zijn aanwezig:
mm (M3), nieuwe batterij: CR1220, Ø12,5 mm, 3 V, 35 mAh
1. Trek alle kabelverbindingen uit de ingangsprintplaten die u
moet demonteren.
2. Schroef met de steeksleutel de borgmoeren van de witte be-
schermplaat los en haal ze eruit.
3. Schroef met de steeksleutel de twee moeren van de ingangs-
printplaten die u moet weghalen los.
4. Trek de ingangsprintplaten voorzichtig van hun houders.
9 U kunt nu goed bij de batterij.
5. Hef de oude batterij uit de houder zonder de contactbeugel te
beschadigen.
6. Schuif de nieuwe batterij in de houder.
O De batterij is vervangen.
10.5 Zekering vervangen
Het apparaat is met een elektrische zekering beveiligd tegen kortslui-
ting of overspanning. U kunt de zekering vervangen als deze defect
is.
44 45 46
41 42 43
Fig. 49: Positie van de zekering ('Fuse')
ü De voeding is onderbroken en beveiligd tegen opnieuw inscha-
kelen.
ü De behuizing is geopend.
ü De benodigde hulpmiddelen zijn aanwezig:
draaier, nieuwe zekering: 5 x 20 mm, 3,15 A, 250 V, traag
@
Zekering
47 48 49
50 51 52
Gleufschroeven-
@
1. Rechtsonder boven de klemmen voor PE, N en L bevindt zich de
zekeringhouder in de vorm van een bajonetsluiting met het op-
schrift 'Fuse'. Duw met de gleufschroevendraaier de sluiting
naar beneden en draai deze naar links.
2. Haal de zekering weg.
3. Vervang de zekering en bevestig de nieuwe zekering weer door
de sluiting naar rechts te draaien.
O De zekering is vervangen.
10.6 Instellingen resetten
→ Instellingen resetten [} 50]
10.7 Onderhoud afsluiten
1. Noteer de datum van het onderhoud en de uitgevoerde onder-
houdswerkzaamheden.
Dopsleutel 5,5
2. Ga in het menu
3. Voer uw bedrijfsnaam en een opmerking over het uitgevoerde
onderhoud in. Activeer de herinneringsfunctie en voer een da-
tum voor het volgende onderhoud in. Bevestig dit door op de
toets
O p s l a a n
9 Het onderhoud dat u heeft uitgevoerd, wordt in het log-
boek mee opgenomen.
4. Ga te werk zoals beschreven → Inbedrijfstelling [} 25]om op-
nieuw in bedrijf te stellen.
O Het onderhoud is afgesloten.
S e r v i c e
naar het tabblad
S e r v i c e t o e g a n g
te drukken.
10 | Onderhoud
.
53