9 | Bedrijfsvoering
9. Wacht tot de waarde stabiel is.
10. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
11. U wordt gevraagd om de steilheid in te stellen. Voer de steilheid
in.
12. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
O 1-Puntsafstelling van de pH-waarde afgesloten.
9.4.2 Redox-waarde
De Redox-waarde wordt gemeten met de Redox-combinatie-elektro-
de. De Redox-meetelektrode meet de spanning die in het water aan-
wezig is door oxiderende en reducerende stoffen. Tijdens de inbe-
drijfstelling moet u de redox-combi-elektrode instellen.
9.4.2.1 Redoxwaarde aanpassen met 1 punt
ü Er ligt een bufferoplossing klaar om te worden afgesteld.
1. Ga in
M e n u 1
onder
A f s t e l l i n g
r e n
.
2. Selecteer de ingang die de pH-waarde meet en die u wilt afstel-
len.
3. Druk op de toets
1 P u n t
.
9 Er wordt begonnen met de 1-puntsafstelling.
4. Draai het meetwater af.
5. Schroef de Redox-elektrode uit het meetwaterbord.
6. Spoel de redox-meetelektrode met water af en dep deze droog.
Slijtage kan elektrische ladingen genereren.
7. Houd de redox-meetelektrode in de bufferoplossing en zwenk
deze kort.
8. Voer de spanningswaarde in mV in die op de bufferoplossing
staat. De ingevoerde spanningswaarde en de actuele gemeten
waarde worden in mV weergegeven. Als deze twee waarden te
ver van elkaar afwijken, wordt de ideale waarde in rood weerge-
geven. Een te hoge afwijking kan er een indicatie van zijn dat de
redox-meetelektrode moet worden vervangen.
9. Wacht tot de waarde stabiel is.
10. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
O 1-Puntsafstelling van de redox-waarde afgesloten.
INFORMATIE
Bij oudere sensoren kan de reactietijd langer zijn of kan de gemeten
waarde ver afwijken van de waarde van de bufferoplossing. Dat is
een teken dat de redox-meetelektrode moet worden gecontroleerd
en eventueel moet worden vervangen.
9.4.3 Drie-elektroden-potentiostaat
U moet het afstellen van een 3-elektroden-potentiostaat of de poten-
tiostatische meetcellen (chloorsensoren) in principe als een 1-punts-
afstelling uitvoeren. Als referentiewaarde heeft u een fotometrisch
gemeten waarde volgens de DPD-methode nodig.
42
naar het tabblad
S e n s o -
INFORMATIE
Bij het gebruik in een warmwaterinstallatie kan door elektrochemi-
sche processen bij de meetelektrode het nulpunt verschuiven. In dit
geval is een 2-puntsafstelling nodig waarbij u het nulpunt in heet
chloorvrij water afstelt. Het tweede punt wordt zoals normaal met de
DPD-methode met chloorhoudend water bepaald.
9.4.3.1 Stel 3-elektrode potentiostaat af met 1 punt
Voor het afstellen van chloorsensoren heeft u een fotometer nodig
om de referentiewaarde met de DPD-methode te kunnen meten.
ü Er ligt een meetinstrument klaar om de DPD-waarde te bepalen.
ü Voor de meetcel wordt meetwater gebruikt.
1. Ga in
M e n u 1
onder
A f s t e l l i n g
r e n
.
2. Selecteer de ingang die u wilt afstellen.
3. Druk op de toets
1 P u n t
.
9 Er wordt begonnen met de 1-puntsafstelling.
4. Haal meetwater uit de directe omgeving van de meetcel en be-
vestig dit door op
O K
te drukken.
5. Bepaal de concentratie in het meetwater met de DPD-methode.
6. Voer de gemeten concentratie in. Deze dient voor het apparaat
als referentiewaarde voor een juiste meting.
7. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
O 1-puntsafstelling van een 3-elektrode potentiostaat voltooid.
9.4.3.2 Stel 3-elektrode potentiostaat in met 2 punten
ü Er ligt een meetinstrument klaar om de DPD-waarde te bepalen.
ü Voor de meetcel wordt meetwater gebruikt.
1. Ga in
M e n u 1
onder
A f s t e l l i n g
r e n
.
2. Selecteer de ingang die u wilt afstellen.
3. Druk op de toets
2 P u n t
.
9 Er wordt begonnen met de 2-puntsafstelling.
4. U wordt gevraagd om de eerste referentiewaarde in te stellen.
Dit is het nulpunt. Als het nulpunt per ongeluk is versteld, stelt u
het in door de meetelektrode los te klemmen en een waarde van
nul in te voeren. Als een juiste 2-puntsafstelling, bijvoorbeeld op
basis van heet water, wordt uitgevoerd, moet u eerst met
chloorvrij en daarna met chloorhoudend water afstellen. Voer
de waarde voor het nulpunt in.
5. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
6. Haal meetwater uit de directe omgeving van de meetcel en be-
vestig dit door op
O K
te drukken. Daardoor wordt het actuele
signaal voor het tijdstip waarop het meetwater is afgetapt opge-
slagen om signaalschommelingen tijdens het bepalen van de
DPD-waarde als meetfout uit te sluiten.
7. Bepaal de concentratie in het meetwater met de DPD-methode.
8. Voer de vooraf bepaalde DPD-waarde in.
naar het tabblad
S e n s o -
naar het tabblad
S e n s o -