Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Aansturen Via De Schakelklok Is Geconfigureerd; Digitale Uitgangssignalen; Extra Alarmuitgangen Configureren - Lutz-Jesco TOPAX MC Vertaling Van De Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing

Meerkanaalsregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor TOPAX MC:
Inhoudsopgave

Advertenties

ü U heeft met de configuratieassistent een ingang en een regel-
functie aan een regelaar toegewezen (→ Configuratieassistent
[} 25]).
1. Ga in
M e n u 2
onder
U i t g a n g e n
l a a r
.
2. Configureer in het tabblad
het volgende in.
3.
Y - A l a r m
: activeer het Y-alarm. Het Y-alarm is een veiligheids-
uitschakeling. Als het uitgangsvermogen van de regelaar langer
dan de ingestelde tijd meer dan 95 % bedraagt (bijvoorbeeld
door onjuist functioneren), wordt het Y-alarm afgegeven en
wordt de bijbehorende regeluitgang op 0 % gezet. U kunt een
tijd tussen 0 en 200 minuten instellen.
4.
I m p u l s f r e q u e n t i e / I m p u l s l e n g t e / H y s t e r e s e
kelijk van de regelaarfunctie kunt u de maximale pulsfrequentie
instellen die uw pomp (of actuator) verwerken kan. In het geval
van impulslengte kan hier de duur voor 100% impuls worden in-
gesteld. Bij de regelfunctie
tussen in- en uitschakelen afhankelijk van de meetwaarde wor-
den ingevoerd. Een grotere hysterese beschermt de actuatoren,
maar de besturing werkt dan ook minder precies.
5.
B a s i s b e l a s t i n g
: u kunt afhankelijk van de regelfunctie een
basisbelasting instellen die altijd actief is en niet afhankelijk is
van de stelgrootte. Bij een basisbelasting van 10% wordt de ac-
tuator dus altijd met minimaal 10% aangestuurd.
6.
B e g r e n z i n g
: U kunt afhankelijk van de regelfunctie een be-
grenzing tussen 5 en 100 % instellen. Geef aan met welke waar-
de de actuator maximaal moet worden aangestuurd.
7. Verdere instellingen zijn afhankelijk van de werking van de rege-
laar (→ Regelaar [} 31]).
O Regelaaruitgangen geconfigureerd.

9.3.2 Het aansturen via de schakelklok is geconfigureerd.

De uitgang kan worden gebruikt om direct aan te sturen via een
schakelklok. Dit is bijvoorbeeld nodig om vlokmiddelpompen of
slangpompen een bepaalde tijd te laten lopen.
ü U hebt zoals in het hoofdstuk met behulp van de configuratieas-
sistent een regelaar toegewezen aan de ingang van de
(→Inbedrijfstelling [} 25]).
1. Configureer de uitgang in
gangen [} 38]).
2. Gaan naar het
M e n u 1
gewenste regeluitgang van 0 – 100 % instellen.
3.
S e t p o i n t s e t
: Hier kunnen verschillende regeluitgangen in-
gesteld worden en via de schakelklokken in het tabblad
s c h a k e l i n g
kunt u instellen wanneer de regeluitgang moet
worden gewijzigd. Het vinkje moet hiervoor bij
t o m a t i s c h s c h a k e l e n
het omschakelen → Setpoint en setpoint sets [} 45]).
O Het aansturen via de schakelklok is geconfigureerd.
naar het tabblad
R e g e l a a r
de regeluitgangen en stel
: Afhan-
A a n / U i t
moet hier een hysterese
M e n u 2
U i t g a n g e n
S e t p o i n t
. Hier kunt u meteen de
S e t p o i n t a u -
zijn geplaatst (meer informatie over

9.3.3 Digitale uitgangssignalen

U kunt digitale uitgangssignalen via de uitgangen van het alarmre-
lais, een printplaat van de optocoupler of een relaisprintplaat gebrui-
R e g e -
ken. Hieronder wordt beschreven wat u daarbij kunt configureren.
9.3.3.1 Alarmrelais als alarmuitgang
U kunt het alarmrelais (klemmen 41-43) op de hoofdprintplaat als
uitgang voor alarmmeldingen gebruiken.
1. Ga in
M e n u 2
2. Druk bij
D i g i t a l e u i t g a n g
3. Configureer het alarmrelais door het volgende in te voeren.
4.
B i j a l a r m
:
R e l a i s i n
men handmatig zijn bevestigd.
over het algemeen actief. Als er een alarm is, wordt het relais
uitgeschakeld.
5.
V e r g r e n d e l e n
men handmatig zijn bevestigd.
tisch gedeactiveerd als de alarmen niet meer actief zijn.
6.
U i t g a n g a c t i e f b i j
lais moet optrekken. Zodra een van de geselecteerde alarmen
actief is, trekt het relais op.
7.
A l a r m v e r t r a g i n g
van het alarm het relais op zijn vroegst moet afvallen.
O Configuratie van het alarmrelais afgesloten.

9.3.3.2 Extra alarmuitgangen configureren

U kunt naast het alarmrelais ongebruikte uitgangen van printplaten
van de optocoupler of relaisprintplaten voor andere alarmmeldingen
gebruiken.
ü U heeft met de configuratieassistent de functie
g a n g
aan een vrije uitgang toegewezen (→ Configuratieassis-
tent [} 25]).
1. Ga in
M e n u 2
2. Druk bij
D i g i t a l e u i t g a n g
dan de vrije uitgangen te zien die u in de configuratieassistent
als
A l a r m u i t g a n g
T i m e r
1 , 2
. Daarbij staat het eerste cijfer voor het nummer van de uit-
gangsprintplaat (1.X) en het tweede cijfer voor het nummer van
(→ Uit-
de uitgang op de printplaat (X.2).
3. Controleer onder
geven.
4. Configureer de alarmuitgang door het volgende in te voeren.
5.
V e r g r e n d e l e n
O m -
men handmatig zijn bevestigd.
tisch gedeactiveerd als de alarmen niet meer actief zijn.
6.
U i t g a n g a c t i e f b i j
men bij welke alarmen de uitgang moet worden geactiveerd.
Zodra een van de geselecteerde alarmen actief is, schakelt de
uitgang.
7.
A l a r m v e r t r a g i n g
van het alarm de uitgang op zijn vroegst moet schakelen.
9 | Bedrijfsvoering
onder
U i t g a n g e n
naar het tabblad
op de uitgang
A l a r m r e l a i s
= het alarmrelais is actief tot alle alar-
R e l a i s u i t
= Het alarmrelais is
:
A a n
= de alarmuitgang is actief tot alle alar-
U i t
= de uitgang wordt automa-
: selecteer bij welke alarmen het alarmre-
: stel in hoeveel seconden na het activeren
onder
U i t g a n g e n
naar het tabblad
op de gewenste uitgang. U krijgt
heeft geconfigureerd. Voorbeeld:
F u n c t i e
of
A l a r m u i t g a n g
:
A a n
= de alarmuitgang is actief tot alle alar-
U i t
= de uitgang wordt automa-
: Kies uit een lijst van alle mogelijke alar-
: stel in hoeveel seconden na het activeren
D i g i t a a l
.
.
A l a r m u i t -
D i g i t a a l
.
R e l a i s
wordt weerge-
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Lutz-Jesco TOPAX MC

Inhoudsopgave