Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Actuator 20 Ma; Actuator Kalibreren 20 Ma; Aanpassingsfout; Setpoint En Setpoint Sets - Lutz-Jesco TOPAX MC Vertaling Van De Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing

Meerkanaalsregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor TOPAX MC:
Inhoudsopgave

Advertenties

8. Selecteer bij
U i t g a n g
de uitgang waarvan u de looptijd zojuist
heeft gemeten.
9. Voer bij
L o o p t i j d
de tijd in die u heeft gemeten.
O De looptijd is ingesteld.

9.4.8 Actuator 20 mA

U kunt met het apparaat servomotoren met een aansturing van 20
mA en een terugkoppeling van 20 mA aansluiten. U moet de servo-
motoren voor de inbedrijfstelling met de aansturing afstellen. U kunt
het uitgangssignaal van 20 mA met ±1 mA opnieuw afstellen.

9.4.8.1 Actuator kalibreren 20 mA

ü De stelmotor is ingeschakeld en goed aangesloten.
ü De uitgang is goed geconfigureerd (→ Regelaar [} 31]).
1. Ga in
M e n u 1
onder
A f s t e l l i n g
g e n
.
2. Druk bij
U i t g a n g
op de uitgang die moet worden afgesteld.
3. Druk op de toets
C o r r e c t i e
9 Er wordt nog een venster geopend met een laadbalk waar-
mee de positieterugkoppeling wordt aangegeven.
4. Druk op de toets
S t a r t
om de afstelling te starten.
9 De motor gaat één keer helemaal open en weer dicht. Dit
kan enkele minuten duren. Als het afstellen is voltooid,
wordt dit met de tekst
O Afstelling van een actuator 20 mA afgesloten.
9.4.8.2 20 mA-uitgang aanpassen
Als u bij de vorige afstelling heeft vastgesteld dat het uitgangssignaal
niet precies overeenkomt met de positie van de motor, kunt u het uit-
gangssignaal afstellen. U kunt zowel het onderste signaalbereik (0/4
mA) als het bovenste signaalbereik (20 mA) aan de positie van de mo-
tor aanpassen.
1. Ga in
M e n u 1
onder
A f s t e l l i n g
g e n
.
2. Druk bij
U i t g a n g e n
op de uitgang die u wilt afstellen.
3. Druk op de toets
1 P u n t
stellen of
2 P u n t
om het onderste en bovenste bereik af te stel-
len.
4. Er wordt nog een venster geopend waarin u een tolerantie kunt
instellen. U kunt de tolerantie maximaal van -50 tot +50 veran-
deren. Dat hangt ervan af of u het onderste of bovenste bereik
afstelt. De maximale verandering komt ongeveer overeen met 1
mA stroom.
5. Controleer het uitgangssignaal met een multimeter of een ser-
vomotor en zorg ervoor dat de motor nu precies wordt ge-
stuurd.
6. Sla de actuele offset op door op de toets
O Afstelling van de uitgang van 20 mA voltooid.
naar het tabblad
U i t g a n -
.
I n s t e l l i n g O K .
gesignaleerd.
naar het tabblad
U i t g a n -
om alleen het bovenste bereik af te
O p s l a a n
te drukken.

9.4.9 Aanpassingsfout

→ Steilheidsfout en sensorfout [} 57]

9.5 Setpoint en setpoint sets

Het setpoint 'W' van een regeling is de gewenste waarde, terwijl de
werkelijke waarde 'X' de continu gemeten waarde van een sensor is.
U kunt verschillende gewenste waarden instellen waarmee het appa-
raat moet worden aangestuurd. U kunt kiezen uit vier verschillende
reeksen van gewenste waarden, waar de regelaar automatisch tus-
sen kan schakelen. Met de reeksen van gewenste waarden kunt u
kiezen om het product op verschillende tijden of bij verschillende be-
drijfsomstandigheden anders aan te sturen.
Hieronder worden de mogelijkheden voor het regelen met gewenste
waarden en de bijbehorende configuratie beschreven.

9.5.1 Setpoints configureren

U kunt de gewenste waarden bij de menuopdracht
gureren en opslaan.
1. Ga in
M e n u 1
onder
S e t p o i n t
2.
A c t i e f
: in het tabblad
A c t i e f
waarden zien die op dat moment actief is.
9 De afzonderlijke gewenste waarden worden weergegeven.
Als u een van de waarden wilt wijzigen, wordt deze waarde
als nieuwe gewenste waarde geactiveerd.
3.
O p s l a a n
: u kunt de actieve gewenste waarden als reeks van
gewenste waarden opslaan. Druk daarvoor op een reeks van ge-
wenste waarden en druk daarna op
4.
S e t p o i n t 1 – 4
: de mogelijke gewenste waarden voor de re-
gelaar worden onder elkaar weergegeven. Hier is van links naar
rechts de volgende informatie te vinden:
-
S 1
S 4
en
V 1
V 4
wordt de sensoringang of virtuele ingang
aangegeven.
-
O 1
O 4
wordt de uitgang aangegeven.
-
T i m e r
geeft aan dat de uitgang direct wordt geregeld.
- Dit wordt gevolgt door de gemeten waarde van deze ingang,
bijv. vrij chloor, pH of de tekst
regelaar inactief is. Met een pijl naar boven of beneden wordt
aangegeven om welke regelrichting het gaat (verhogen of verla-
gen).
- Dit wordt gevold door het setpoint. Druk op de gewenste waar-
de. Deze kan meteen worden gewijzigd. Als het gaat om een re-
geling in twee richtingen, moeten ook twee gewenste waarden
worden ingevoerd. Zowel voor de regelrichting Opheffen als
voor Neerlaten. Als deze gewenste waarden worden gewijzigd,
verandert dit niet de reeksen van gewenste waarden die kunnen
worden opgeslagen. Daarvoor moet u stap 3 uitvoeren.
-
T 1
T 4
toont de temperatuurregeling als deze is geconfigu-
reerd onder digitale uitgangen in de configuratieassistent met
een geschikte hysterese.
9 | Bedrijfsvoering
S e t p o i n t
confi-
naar het tabblad
A c t i e f
.
kunt u de reeks van gewenste
O p s l a a n
.
G e e n r e g e l f u n c t i e
als deze
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Lutz-Jesco TOPAX MC

Inhoudsopgave