AANWIJZING
Als de kalibratie-ingangen ZERO en/of INF op een PLC of besturing naar buiten wor-
den gevoerd, dan moeten deze daar bij normaal bedrijf continu met AGND worden
verbonden, om de inkoppeling van EMC-storingen in de kalibratie-toevoerleidingen te
vermijden.
AANWIJZING
Signaaluitgangen van de analyse-eenheid /DUE, die worden geschakeld, mogen niet
als voeding voor andere analyse-eenheden /DUE of vergelijkbare systemen worden
gebruikt. Elke analyse-eenheid /DUE moet apart van spanning worden voorzien.
Benaming van de componenten
Het systeem bestaat uit een sensor en een eenkanaals analyse-eenheid. De functie-
bewaking van de rem is met een digitaal signaal (maakcontact) gerealiseerd. Het be-
reiken van de slijtagegrenzen wordt met een binaire uitgang (verbreekcontact) aange-
geven. Bovendien zorgt een stroomuitgang voor de permanente bewaking van de slij-
tage van de rem.
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
De aansluitbenamingen van de klemmen zijn als volgt:
Klem
4s
5s
[5]
[4]
Klemmen 4k – 11k
LED's voor functie en slijtage, rem
DIP-switch S1 – S5
Bevestiging klemmenkast (PE)
Kabelklem
Klemmen 4s – 6s
Aanduiding
Beschrijving
A1
Sensor 1 aansluiting 1
GND1
Sensor 1 afscherming
Elektrische installatie
[1]
[6]
7 k
6 k
5 k
4 k
6 s
5 s
4 s
0
K - 0
E - 1
D U
[3]
Aderkleur
Bruin (BN)
Zwart (BK)
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Rem aansluiten
1 k
k 1
1 0
9 k
8 k
0 9
9 5 6
2 1 1
[2]
14950549515
5
95