Mechanische installatie
4
Aanwijzingen voor het opstellen van de motor
4.3
Aanwijzingen voor het opstellen van de motor
34
Technische handleiding – Draaistroommotoren
VOORZICHTIG
Scherpe randen door open spiebaan.
Snijwonden.
•
Plaats de spie in de spiebaan.
•
Trek een beschermslang over de as.
LET OP
Door een ondeskundige montage kunnen de aandrijvingen en de eventueel aange-
bouwde componenten beschadigd raken.
Mogelijke beschadiging van het aandrijfsysteem.
•
Houd rekening met onderstaande aanwijzingen.
•
Motoraseinden en flensvlakken moeten grondig worden gereinigd van corrosiewe-
rende middelen, verontreinigingen e.d. (in de handel verkrijgbaar oplosmiddel ge-
bruiken). Het oplosmiddel mag niet in contact komen met lagers of afdichtingsrin-
gen – materiële schade!
•
Monteer de motorreductor alleen in de opgegeven uitvoering op een vlakke, tril-
lingsvrije en torsiestijve fundering.
•
Lijn de motor en machine zorgvuldig uit om te voorkomen dat de uitgaande as te
zwaar wordt belast. Let op de toegestane radiale en axiale krachten in de catalo-
gus "Draaistroommotoren".
•
Vermijd stoten en slagen op het aseinde.
•
Bescherm motoren in verticale uitvoering (M4/V1) door middel van een geschikte
afdekking, bijv. motoroptie /C Regendak, om te voorkomen dat verontreinigingen
of vloeistoffen in de motor terecht komen.
•
Let erop dat koelluchttoevoer voor de motor niet wordt gehinderd en dat er geen
uitlaatlucht van andere aggregaten wordt aangezogen.
•
Zorg er achteraf voor dat de op de as te monteren onderdelen met een halve spie
worden uitgebalanceerd (motorassen zijn met een halve spie uitgebalanceerd).
•
De condensafvoergaten zijn afgesloten met een afvoerstop. Wanneer de condens-
afvoergaten verontreinigd kunnen raken, moet de correcte werking ervan regelma-
tig gecontroleerd worden. Zo nodig moeten de gaten gereinigd worden.
•
De as evt. opnieuw tegen corrosie beschermen.