7.7.4
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUB met microschakelaar voor
slijtagebewaking
1. Luchtspleet overeenkomstig het hoofdstuk "Luchtspleet van de remmen BE05 –
2. Schroef de zeskantbout [560] tegen de actuator van de microschakelaar [555] tot
3. Zeskantbout [560] vanaf het aangestaste punt verder draaien zodat de microscha-
Rem
BE2
BE5
BE11, BE20, BE30,
BE32, BE60, BE62
BE120
BE122
•
•
•
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUB
122 instellen" (→ 2 153) controleren en evt. instellen.
deze schakelt (bruine, blauwe contacten gesloten).
Plaats de zeskantmoer [561] bij het schroeven om de lengtespeling uit de schroef-
draad te verwijderen.
kelaar [555] verder geactiveerd blijft (contact bruin-blauw gesloten). Afhankelijk
van de remgrootte zeskantbout [560] onder de opgegeven hoek verder draaien om
het slijtagepunt in te stellen:
Na het bereiken van de betreffende eindpositie de zeskantbout [561] tegen bouten
[557/945] aandraaien, daarbij zeskantbout [560] tegenhouden om ontregelen te
voorkomen.
Kabellegging op stabiele ligging controleren en eventueel extra vastzetten met ka-
belbinders [1109]. Let er daarbij op dat de kabels met voldoende afstand tot het
ventilatorwiel van de motor zijn gelegd.
Gedemonteerde onderdelen van de motor weer monteren.
Standaardrem zonder
veiligheidsencoder
135°
270°
360°
270°
180°
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Inspectie/onderhoud
Met veiligheidsrem of
veiligheidsencoder
135°
180°
135°
90°
7
169