Veiligheidsaanwijzingen
2
Doelgroep
2.3
Doelgroep
Vakmensen op het
gebied van me-
chanische werk-
zaamheden
Vakmensen op het
gebied van elek-
trotechnische
werkzaamheden
Aanvullende kwali-
ficatie
Geautoriseerde
personen
2.4
Reglementair gebruik
10
Technische handleiding – Draaistroommotoren
Alle mechanische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold
personeel met een geschikte opleiding. Geschoolde vakmensen zijn volgens deze do-
cumentatie personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie,
het verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en personen die aan
onderstaande kwalificaties voldoen:
•
kwalificatie op mechanisch gebied overeenkomstig de nationaal geldende voor-
schriften
•
kennis van deze documentatie hebben
Alle elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door een geschoolde elektricien
met een geschikte opleiding worden verricht. Elektriciens zijn volgens deze documen-
tatie personen die vertrouwd zijn met de elektrische installatie, de inbedrijfstelling, het
verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en die aan onderstaande
kwalificaties voldoen:
•
overeenkomstig de nationaal geldende voorschriften op elektrotechnisch gebied
gekwalificeerd zijn
•
kennis van deze documentatie hebben
De personen moeten bovendien vertrouwd zijn met de geldige veiligheidsvoorschriften
en wetgeving en de andere in deze documentatie vermelde normen, richtlijnen en wet-
ten. De personen moeten de uitdrukkelijk door het bedrijf verleende autorisatie heb-
ben om apparaten, systemen en stroomkringen overeenkomstig de normen van de
veiligheidstechniek in bedrijf te stellen, te programmeren, parameters in te stellen, te
markeren en te aarden.
Alle werkzaamheden op het gebied van transport, opslag, werking en afvoer mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door goed geïnstrueerd personeel. Deze instructie moet
het personeel in staat stellen om de noodzakelijke handelingen en arbeidsstappen vei-
lig en reglementair uit te kunnen voeren.
Het product is bedoeld voor gebruik in industriële installaties.
Bij de inbouw in machines is de inbedrijfstelling (d.w.z. de ingebruikname overeen-
komstig de voorschriften) niet toegestaan, voordat is vastgesteld dat de machine vol-
doet aan de plaatselijke wetgeving en richtlijnen.
Luchtgekoelde uitvoeringen zijn bedoeld voor omgevingstemperaturen van -20 °C tot
+40 °C alsmede opstellingshoogtes ≤ 1.000 m boven zeeniveau. Let op afwijkende
specificaties op het typeplaatje. De omstandigheden op de plaats van opstelling moe-
ten overeenkomen met de specificaties op het typeplaatje.