Mechanische installatie
4
Motorvoeten achteraf monteren (optie /F.A) of ombouwen (optie /F.B)
4.8.2
Motoren DR..250 – 315, DRN..225 – 315
46
Technische handleiding – Draaistroommotoren
De onderstaande afbeelding geeft een motor met de optie /F.A (achteraf te monteren
pootjes) weer.
[16]
Stator
[90]
Pootje
De schroefdraadgaten in de schroefvlakken van de pootjes zijn afgesloten met made-
schroeven [1457]. De contactvlakken van de pootjes [90] en de stator [16] zijn gelakt.
1. Schroef de madeschroef [1457] uit het gat. Verwijder de madeschroeven alleen uit
de gaten waar de schroeven [94] van de pootjes worden ingeschroefd.
DR..250/280, DRN250/280: 4 draadpennen, DRN315: 6 draadpennen.
2. Verwijder de lak van de contactvlakken van de stator [16] waarop het pootje moet
worden geschroefd (zie markering in "Voorbeeldafbeelding DR..280"). Bij de moto-
ren DR..250/280, DRN250/280 zijn dat 8 bij elkaar behorende vlakken, bij de mo-
toren DRN315 zijn het 12 stuks. Let bij het kiezen van de contactvlakken op de af-
beelding met de posities van de klemmenkast.
[16]
[1457]
[1457] Draadpen
De lak van de gemarkeerde oppervlak-
ken verwijderen
[90]
18014406536422539