Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUB
7.7.3
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden diagnose-eenheid /DUB met microschakelaar voor
functiebewaking
168
Technische handleiding – Draaistroommotoren
1. Luchtspleet overeenkomstig het hoofdstuk "Luchtspleet van de remmen BE05 –
122 instellen" (→ 2 153) controleren en evt. instellen.
2. Schroef de zeskantbout [560] tegen de actuator van de microschakelaar [555] tot
deze schakelt (bruine, blauwe contacten gesloten).
Plaats de zeskantmoer [561] bij het schroeven om de lengtespeling uit de schroef-
draad te verwijderen.
3. Draai de zeskantbout [560] weer terug tot de microschakelaar [555] terugschakelt
(bruin-blauwe contacten geopend). Afhankelijk van de remgrootte zeskantbout
[560] onder de opgegeven hoek verder terugdraaien om de schakelhysterese in te
stellen:
Rem
BE2, BE5, BE11, BE20, BE30, BE60
BE32, BE62
BE120, BE122
•
Na het bereiken van de betreffende eindpositie de zeskantbout [561] tegen bouten
[557/945] aandraaien, daarbij zeskantbout [560] tegenhouden om ontregelen te
voorkomen.
•
Schakel de rem meermaals in en uit en controleer daarbij of de microschakelaar
bij alle standen van de motoras goed opent en sluit. Verdraai de motoras daarvoor
meerdere keren met de hand. Bij foutschakelingen moet de instelprocedure even-
tueel worden herhaald.
•
Kabellegging op stabiele ligging controleren en eventueel extra vastzetten met ka-
belbinders [1109]. Let er daarbij op dat de kabels met voldoende afstand tot het
ventilatorwiel van de motor zijn gelegd.
•
Gedemonteerde onderdelen van de motor weer monteren.
Hoek
60°
90°
105°