Elektrische installatie
5
Rem aansluiten
5.13.4
Voedingsspanning van de rem
90
Technische handleiding – Draaistroommotoren
De correcte manier van uitschakelen moet door de dienovereenkomstige bedrading
zijn gegarandeerd. Bepaalde remaansturingen van SEW-EURODRIVE realiseren door
middel van een geïntegreerde schakelrelais (bijv. BMP1.5) of aangebouwd schakelre-
lais (bijv. BSR of BUR) de gelijk- en wisselstroomzijdige uitschakeling.
Op de meegeleverde schakelschema's is de manier van uitschakelen door middel van
een symbool aangegeven.
WAARSCHUWING
Vertraagd invallen of ongewild open blijven staan van de rem door verkeerd aanstu-
ren c.q. aansluiten.
Dodelijk of ernstig letsel, bijv. door vallende hefvoorziening of een verlengde naloop.
•
Houd bij de configuratie rekening met het gewenste type uitschakeling en met
name op de effecten op de te verwachten remweg.
•
Gebruik bij hefvoorzieningen en op hefvoorzieningen gelijkende toepassingen
uitsluitend de sneller gelijk- en wisselstroomzijdige uitschakeling.
•
Indien onduidelijkheid bestaat of het bij de toepassing om een op een hefvoorzie-
ning gelijkende applicatie gaat, moet u overleggen met SEW‑EURODRIVE.
•
Controleer of bij de inbedrijfstelling onafhankelijk van het type toepassing de ge-
configureerde uitschakelingssoort (AC of AC-DC) correct is uitgevoerd.
In principe moet de voedingsspanning van de rem overeenkomen met de gegevens
op het "Typeplaatje" (→ 2 21) van de motor. Deze moet via de daarvoor bedoelde re-
maansturing worden aangevoerd.
De tolerantie van de gegevens op het typeplaatje bedraagt +/- 5% van de genoemde
nominale waarden c.q. De gemiddelde waarde van het genoemde aansluitbereik.
Houd rekening met opdrachtgerelateerde afwijkingen.
Zorg voor voldoende stabiliteit van de voeding, door voldoende grote kabels en dito
spanningsbronnen te gebruiken. Zorg ervoor dat de voedingsspanning tijdens het in-
schakelen niet tot < 90% van de nominale waarde terugvalt. De oorzaak hiervoor kan
bij een verhoogde inschakelstroomsterkte liggen (zie hoofdstuk "Bedrijfsstro-
men" (→ 2 187)).
Bij aandrijvingen die slechts één kant om draaien (polen kunnen niet worden omge-
schakeld), die direct op de netvoeding werken (d.w.z. zonder frequentieregelaar of
softstarter), kan de voedingsspanning van de rem ook van het klemmenbord van de
motor worden afgetapt. Daarbij moet met onderstaande beperkingen rekening worden
gehouden:
•
de nominale spanning van de rem moet hetzij met de strengspanning of de gelei-
derspanning van de motor overeenkomen (rekening houden met de gegevens op
het typeplaatje en de motorschakelwijze)
•
bij hefvoorzieningen of op hefvoorzieningen gelijkende toepassingen moet de re-
maansturing BSR voor het omzetten van de gelijk- en wisselstroomzijdige schei-
ding worden gebruikt.
•
Bij combinaties met de remaansturing BMP3.1 (BE60 – 122) is de voedingsspan-
ning die via het klemmenbord wordt geleverd niet toegestaan.