Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden remmotoren DR..71 – 315, DRN63 – 315, DR2..63 – 80
Motoren
Aanhaalmoment
146
Technische handleiding – Draaistroommotoren
•
Motoren DR..71 – 80, DRN71 – 80, DR2..71 – 80: cilinderschroeven [13] mon-
teren. Aanhaalmoment: 5 Nm
•
Motoren DR..90 – 315, DRN90 – 315: cilinderschroeven [900] monteren
DR..90 – 100,
DR..112 – 160,
DRN90 – 100
DRN112 – 132
10.3 Nm
25.5 Nm
19. Remaansluiting verbinden.
•
BE03 – 11: remleiding weer overeenkomstig het schema aansluiten.
•
BE20 – 122: remconnector [698] weer insteken. Bevestigingsschroeven weer
vastdraaien (aanhaalmoment: 3 Nm)
20. Afdichtingsring [95] met geschikt vet insmeren, zie het hoofdstuk "Bestelgegevens
voor smeermiddelen, corrosiewerende middelen en afdichtmiddelen" (→ 2 204).
21. Indien aanwezig: sensoren van de optie /DUE monteren en de nulwaarde opnieuw
kalibreren. Zie het hoofdstuk "Achteraf inbouwen van de diagnose-eenheid /DUE
voor de functie- en slijtagebewaking" (→ 2 171).
22. Ventilatorwiel [36] en ventilatorkap [35] en beschikbare accessoires monteren.
23. Bij motorreductoren: slingerschijf [107] vervangen en rondsel monteren.
DR..180,
DR..200 – 225,
DRN160 – 180
DRN200 – 225
50 Nm
87.3 Nm
DR..250 – 315,
DRN250 – 315
230 Nm