AANWIJZING
Let bij het gebruik van motoren DR..250 – 280, DRN250 – 280 met rem BE en enco-
der op het volgende:
•
•
•
6.1
Vóór de inbedrijfstelling
Controleer voor de inbedrijfstelling de volgende punten:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
6.2
Motoren met versterkte lagering
LET OP
Beschadiging van de lagers door ontoelaatbare verwarming van de lagers van de
motor.
Lagerbeschadiging.
•
Gebruik de rem uitsluitend als stoprem.
De reminvaltijd mag pas vanaf toerentallen van ≤ 20 min
toerentallen moet contact met SEW-EURODRIVE worden opgenomen.
Noodstops vanaf hogere motortoerentallen zijn toegestaan.
De aandrijving is onbeschadigd en niet geblokkeerd.
Eventueel aanwezige transportbeveiligingen zijn verwijderd.
Na een langere opslagtijd dan 9 maanden worden de maatregelen conform hoofd-
stuk "Voorbereiding na een langere opslag" (→ 2 31) uitgevoerd.
Alle aansluitingen zijn correct uitgevoerd.
De draairichting van de motor/motorreductor is juist
– Motor rechtsom: U, V, W (T1, T2, T3) naar L1, L2, L3
Alle beschermkappen zijn correct geïnstalleerd.
Alle motorbeveiligingen zijn actief en op de nominale motorstroomsterkte inge-
steld.
Er zijn geen andere gevaren aanwezig.
Losse elementen zoals spieën zijn op een juiste manier geborgd.
De rem is niet handmatig gelicht.
– de madeschroef bij de optie /HF is correct losgedraaid.
– de handhendel bij de optie /HR is gedemonteerd en met behulp van de daar-
voor bedoelde klemmen aan de stator bevestigd.
Gebruik de cilinderrollagers niet zonder dat hier radiale krachten op worden uit-
geoefend.
Inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling
-1
plaatsvinden. Bij hogere
Technische handleiding – Draaistroommotoren
6
111