Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
7.7.2
A: Rechte, vlakke, kegelwiel- en wormwielreductor met oliepeilschroef
Oliepeil
controleren met de
oliepeilschroef
94
VOORZICHTIG!
De gecombineerde reductoren van de serie
•
R../R.. in de ruimtelijke positie M1
•
S../R.. in de ruimtelijke positie M3
hebben een verhoogd oliepeil om voor voldoende smering te zorgen. Om deze reden
mogen de aangebrachte oliepeilschroeven niet gebruikt worden. Overleg in dit geval
altijd met SEW-EURODRIVE B.V.!
Ga als volgt te werk om het oliepeil van de reductor te controleren:
•
Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhouds-
werkzaamheden aan de reductor" (
•
Bepaal de posities van de oliepeilschroef en het ontluchtingsventiel met behulp van
de ruimtelijke-positiebladen. Zie hoofdstuk "Ruimtelijke posities" (
•
Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
•
Draai de oliepeilschroef er langzaam uit. Hierbij kunnen kleine hoeveelheden olie uit-
treden.
•
Controleer de vulhoogte aan de oliepeilboring met behulp van de bij de technische
handleiding meegeleverde oliepeilstok (1).
•
Let er bij het meten op dat de hulpbeugel (2) van de oliepeilstok (1) altijd verticaal
naar boven wijst (zie volgende afbeelding).
max.
X
min.
min. = max _ X
Maximale vulhoogte (max.): onderkant van de oliepeilboring (3).
Minimale vulhoogte (min.): maximale vulhoogte (max.) verminderd met de waarde
"x" die afhangt van de diameter (Ø) van de oliepeilboring (3) (zie volgende tabel).
Montage- en technische handleiding – Explosiebeveiligde reductoren
pag. 85).
3
1
Ø
pag. 110).
2
90°
18634635