Veiligheidsaanwijzingen
2
Relevante documenten
2.5
Relevante documenten
2.5.1
Explosiebeveiligde reductoren
2.6
Transport/opslag
2.7
Opstelling/montage
2.8
Inbedrijfstelling/bedrijf
10
Let ook op de volgende documenten:
•
technische handleiding "Explosiebeveiligde draaistroomremmotoren DR.71 – 225"
•
technische handleidingen van eventueel aangebouwde opties
•
catalogus "Explosiebeveiligde draaistroommotoren" en evt.
•
catalogus "Explosiebeveiligde aandrijvingen"
Controleer de levering direct na ontvangst op mogelijke transportschade. Stel het trans-
portbedrijf hiervan direct op de hoogte. De inbedrijfstelling moet eventueel worden
opgeschort.
De transportogen moeten goed vastgemaakt worden. Deze zijn alleen berekend op het
gewicht van de motor/motorreductor; er mogen geen extra lasten worden aangebracht.
De ingebouwde hijsogen voldoen aan DIN 580. De in deze norm genoemde lasten en
voorschriften moeten altijd in acht worden genomen. Als op de motorreductor twee hijs-
ogen of oogbouten zijn aangebracht, moeten deze twee hijsogen tijdens het transport
ook worden gebruikt. De trekrichting van de hijsinrichting mag dan volgens DIN 580 niet
meer dan 45° afwijken.
Gebruik, indien nodig, geschikte en voldoende bemeten transportmiddelen. Gebruik
deze opnieuw voor verder transport.
Als de motor/motorreductor niet onmiddellijk wordt ingebouwd, dient deze droog en stof-
vrij te worden opgeslagen. De motor/motorreductor mag niet buiten en niet op de venti-
latorkap worden opgeslagen. De motor/motorreductor kan max. negen maanden
worden opgeslagen zonder dat vóór de inbedrijfstelling bijzondere maatregelen
getroffen moeten worden.
Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Mechanische installatie" (
Controleer vóór de inbedrijfstelling het oliepeil volgens het hoofdstuk "Inspectie/onder-
houd" (
pag. 85).
Controleer de correcte draairichting in ontkoppelde toestand. Let daarbij op ongebrui-
kelijke sleepgeluiden tijdens het draaien.
Borg de spie voor het proefdraaien zonder aandrijfelementen. Stel bewakings- en bevei-
ligingsvoorzieningen ook tijdens het proefdraaien niet buiten werking.
Bij afwijkingen ten opzichte van het normale bedrijf (bijv. verhoogde temperaturen,
geluiden, trillingen) dient de motorreductor bij twijfel uitgeschakeld te worden. Stel de
oorzaak vast en overleg eventueel met SEW-EURODRIVE B.V.
Montage- en technische handleiding – Explosiebeveiligde reductoren
pag. 22)!