6.1
Oliepeil controleren
LET OP!
Schade aan de reductor door uittredende reductorolie bij het oliekijkglas.
Mogelijke apparaatschade.
•
Controleer vóór de inbedrijfstelling of het juiste oliepeil voor deze bouwvorm aanwezig
is. Neem hiervoor het hoofdstuk "Oliepeilcontrole en olieverversing" (
Als de reductor een oliekijkglas heeft, kan het oliepeil ook door middel van het oliekijk-
glas worden bepaald.
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhouds-
2. Controleer het oliepeil aan de hand van het oliekijkglas volgens onderstaande
3. Ga als volgt te werk als het oliepeil te laag is:
Montage- en technische handleiding – Explosiebeveiligde reductoren
Breng hiervoor een beveiligingsvoorziening aan, zodat het kijkglas niet als gevolg
van stoten of slagen kan worden beschadigd.
werkzaamheden".
afbeelding:
[1]
[1] Het oliepeil moet binnen deze grenzen liggen.
– Open de desbetreffende olievulschroef, zie hoofdstuk "Inspectie-/onderhouds-
werkzaamheden aan de reductor".
– Vul via de olievulschroef nieuwe olie van dezelfde soort bij tot aan de markering.
– Schroef de olievulschroef er weer in.
Inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
pag. 93) in acht.
I
6
0 0
4158756363
75