Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
7
Inspectie/onderhoud
De volgende reductoren hebben een levensduursmering.
•
•
•
Afhankelijk van externe invloeden dient de aflaklaag/corrosiewerende lak bijgewerkt of
opnieuw aangebracht te worden.
7.1
Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Let op de volgende aanwijzingen voor u met de inspectie-/onderhoudswerkzaamheden
aan de reductor begint.
Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving.
Dood of zwaar letsel.
•
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
•
LET OP!
Door verkeerde reductorolie bij te vullen veranderen de eigenschappen van het
smeermiddel.
Mogelijke materiële schade!
•
•
LET OP!
Door ondeskundig onderhoud kan de reductor beschadigd raken.
Mogelijk materiële schade:
•
AANWIJZING
De positie van de oliepeilschroef, de olieaftapschroef en het ontluchtingsventiel is
afhankelijk van de uitvoering en staat vermeld in de bladen voor de ruimtelijke positie.
Zie hoofdstuk "Ruimtelijke posities" (
Montage- en technische handleiding – Explosiebeveiligde reductoren
Rechte reductoren R07, R17, R27
Vlakke reductoren F27
®
SPIROPLAN
-reductoren
WAARSCHUWING!
Schakel de motorreductor spanningsloos, voordat u met de werkzaamheden
begint en borg deze tegen onbedoelde herinschakeling!
WAARSCHUWING!
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
Oliepeilschroef en olieaftapschroef voorzichtig eruit draaien.
Synthetische smeermiddelen niet onderling en niet met minerale smeermiddelen
mengen!
Als smeermiddel wordt standaard een minerale olie toegepast.
Let op de aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Inspectie/onderhoud
pag. 110).
7
85