8.6 Het snijsysteem vervangen
VOORZICHTIG
Scherp element
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Raak de scherpe randen aan de
waaier, snijkop en snijring niet aan
zonder handschoenen.
Tijdens het bedrijf kan het geverfde
oppervlak beschadigd raken. Herstel het
geverfde oppervlak door nieuwe verf aan
te brengen.
Voor positienummers tussen haakjes, zie de
afbeeldingen in de sectie Vrijstaande installatie.
Ga als volgt te werk:
Ontmantelen
1. Draai de bout (188a) in een van de pompvoeten
los.
2. Draai de snijring (44) los en open de bajonetfitting
door de snijring 15 tot 20° met de klok mee te
tikken of te draaien.
De snijring verwijderen
3. Haal de snijring (44) voorzichtig uit het pomphuis
met een schroevendraaier.
Zorg dat de snijring niet vast komt te
zitten tegen de snijkop.
4. Plaats een priem in het gat in het pomphuis om de
waaier tegen te houden.
5. Verwijder de bout (188a) in het asuiteinde en de
borgring (66).
6. Verwijder de snijkop (45).
30
Montage
1. Bij het plaatsen van de snijkop (45) moeten
de uitstekende delen aan de achterzijde van de
snijkop in de gaten van de waaier (49) grijpen.
2. Draai de inbusbout (188a) van de snijkop aan tot
20 Nm. Vergeet de borgring niet.
3. Plaats de snijring (44).
4. Draai de snijring (44) 15 tot 20 ° tegen de klok in
totdat deze vastzit.
5. Controleer dat de snijring de snijkop niet raakt.
6. Draai de bout (188a) aan tot 16 Nm.
Zorg ervoor dat de waaier vrij en
geruisloos kan draaien.
Gerelateerde informatie
B.1.2. Free-standing installation
8.7 Het pomphuis reinigen
Voor positienummers tussen haakjes, zie de
opengewerkte tekening in de bijlage.
Ga als volgt te werk:
Ontmantelen
1. Stel de pomp verticaal bij.
2. Maak de klem (92), die het pomphuis met de
motor verbindt, los en verwijder deze.
3. Til de motor uit het pomphuis (50). Omdat de
waaier en snijkop aan het aseinde zijn bevestigd,
worden de waaier en snijkop samen met de motor
verwijderd.
4. Reinig het pomphuis en de waaier.
Montage
1. Plaats de motor met waaier en snijkop in het
pomphuis.
2. Plaats de klem (92) en maak deze vast.
Gerelateerde informatie
B.1.2. Free-standing installation
8.8 De asafdichting controleren of
vervangen
Controleer de olie om er zeker van te zijn dat de
asafdichting intact is.
Als de olie meer dan 20% water bevat, is de
asafdichting defect en moet deze worden vervangen.
Als de asafdichting nog steeds wordt gebruikt, kan de
motor beschadigd raken.
Als de olie helder is, dan kan deze worden
hergebruikt.
Voor positienummers tussen haakjes, zie de
afbeeldingen in de sectie Vrijstaande installatie.
Ga als volgt te werk: