4.1.1 Opstelling op automatische koppeling
Pompen voor permanente opstelling kunnen worden
gemonteerd op een stationair geleidingssysteem met
voetbocht of op een bovenwaterkoppeling.
Beide snelkoppelsystemen vergemakkelijken
onderhoud en service aangezien de pomp eenvoudig
uit de put kan worden gehesen.
Voordat u begint met installeren, dient u er
zeker van te zijn dat de atmosfeer in de
put niet explosiegevaarlijk is.
Gebruik losse flenzen om het installeren te
vergemakkelijken en om spanning op de leidingen bij
de flenzen en bouten te vermijden.
Zorg dat de leidingen zonder onnodige
kracht worden geïnstalleerd. De belasting
van de leidingen mag niet door de pomp
worden gedragen.
Gebruik geen elastische onderdelen of
balgen in de leidingen. Gebruik deze
elementen nooit om de leidingen uit te
lijnen.
Geleiderailsysteem met voetbocht
Ga als volgt te werk:
1. Boor montagegaten voor de beugel van de
geleidestang binnen in de put en maak de beugel
van de geleidestang provisorisch vast met twee
ankerbouten.
2. Plaats het voetstuk van de automatische
koppeling op de bodem van de put. Gebruik
een schietlood om de juiste positie te bepalen.
Zet de automatische koppeling met zware
verankeringsbouten vast. Als de bodem van
de put ongelijk is, moet het voetstuk van de
voetbocht worden ondersteund.
3. Monteer de persleiding volgens de algemeen
gangbare procedure. Stel de leiding niet bloot aan
vervorming of spanning.
4. Plaats de geleidestangen in het voetstuk van de
automatische koppeling en pas de lengte van de
geleidestangen aan de geleidestangbeugel aan
de bovenzijde van de put aan.
5. Schroef de beugel van de geleidestang los,
bevestig deze aan de bovenkant van de
geleidestangen en bevestig deze uiteindelijk
stevig aan de wand van de put.
De geleidestangen mogen geen axiale
speling hebben, aangezien dit lawaai
kan veroorzaken tijdens het bedrijf van
de pomp.
6. Verwijder eventueel puin uit de put voordat u de
pomp erin plaatst.
7. Bevestig de geleideklauw aan de persopening van
de pomp. Smeer de pakking van de geleidehaak
met vet in voordat u de pomp in de put laat
zakken.
8. Schuif de geleideklauw tussen de geleidestangen
en laat de pomp in de put zakken aan een ketting
die is vastgemaakt aan de hijsbeugel. Wanneer
de pomp het voetstuk met automatische koppeling
bereikt, wordt de pomp automatisch ingeschakeld.
Schud de pomp aan de ketting om er zeker van te
zijn dat de pomp in de juiste positie staat.
9. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
geschikte haak aan de bovenkant van de put
zodat de ketting niet in contact kan komen met
het pomphuis.
10. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat
de kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Maak de trekontlaster vast aan een
geschikte haak boven in de put. Zorg ervoor dat
de kabel niet wordt geknikt of afgekneld.
11. Sluit de voedingskabel en de stuurstroomkabel
aan, indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld, aangezien water
dan via de kabel in de motor kan
doordringen.
Gerelateerde informatie
B.1.1. One-pump installation on auto-coupling and
hookup auto-coupling installation
15