Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische druk
Als de barometrische druk stijgt nadat de pomp
is gestopt, dan registreert de pomp dit als een
stijging van het vloeistofniveau. Het gevolg kan
zijn dat de pomp inschakelt voordat het ingestelde
inschakelniveau is bereikt.
2
1
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische druk
Pos. Beschrijving
1
Barometrische druk
2
Pomp werkt
3
Inschakelniveau
4
Uitschakelniveau
22
3
4
Voorbeeld 3: Dalende barometrische druk
Als de barometrische druk daalt nadat de pomp
is uitgeschakeld, dan registreert de pomp dit als
een daling van het vloeistofniveau. Het gevolg kan
zijn dat de pomp inschakelt nadat het ingestelde
inschakelniveau is bereikt.
Daarom dient de afstand tussen het uitschakelniveau
van de pomp en de instroomopening naar de put ten
minste 50 cm te bedragen.
2
Voorbeeld 3: Dalende barometrische druk
Pos. Beschrijving
1
Barometrische druk
2
Pomp werkt
3
Inschakelniveau
4
Uitschakelniveau
De pomp biedt droogloopbeveiliging via
twee droogloopsensoren die aan beide
zijden van de elektronische eenheid zijn
geplaatst. Als het waterniveau daalt tot
onder de droogloopsensoren, wordt de
pomp onmiddellijk uitgeschakeld en kan
deze niet worden ingeschakeld voordat de
sensoren weer volledig zijn
ondergedompeld.
De sensoren moeten regelmatig worden
gereinigd, afhankelijk van de neerslag of
aanslag op de sensoren in de put.
Gerelateerde informatie
6.2.1 Standaardinstellingen
3
4
1
Advertenties
Inhoudsopgave
