Samson 3730 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 80
Verberg thumbnails
Zie ook voor 3730:
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (132 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningshandleiding (140 pagina's) ,
- Handleiding (20 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Codelijst
Code
Parameter – aanwij zingen,
Nr.
Waarde [fabrieksinstelling]
24* GW wegintegraal
1000 ... 99 · 10
Exponentiële weergave vanaf tellerstand
> 9999
ESC
34* Sluitrichting
CL
clockwise[CCL] coun-
terclockwise
ESC
35* Blokkeerstand
[0.0] mm/° /%
ESC
36* Reset
[----], Std, diAG, ESC
38* Inductief alarm
[NO], YES, ESC
39 Info regelafwij king e
–99.9 ... 99.9 %
40 Info looptij d open
0 tot 240 s [0]
41 Info looptij d dicht
0 tot 240 s [0]
42 Info Auto-w/Hand-w
0,0 ... 100.0 % van het bereik
43 Info fi rmware regeling
80
EB 8384-5 NL
Beschrij ving
Grenswaarde wegintegraal, na het overschrij den daarvan ver-
schij nt de storingsmelding en het steeksleutelsymbool behorende
7
[1 000 000]
bij de statustoekenning van de verzamelstatus
CL : clockwise, rechtsom
CCL: counterclockwise, linksom
Draairichting via welke de gesloten stand van het regelventiel
wordt bereikt (blik op de knopbeweging bij geopend klepstand-
stellerdeksel).
Invoer alleen bij initialisatiemodus SUb (code 6) nodig.
Instellen van de blokkeerstand.
Afstand tot de gesloten stand.
Alleen bij initialisatiemodus SUb nodig.
Std:
diAG: Alleen resetten van de diagnosegegevens. Opgenomen re-
Geeft aan of de optie inductie contact is ingebouwd of niet.
Alleen aanwij zing, geeft de afwij king ten opzichte van de ge-
wenste positie aan.
Alleen aanwij zing, minimale openingstij d, wordt bij de initialisatie
bepaald.
Alleen aanwij zing, minimale sluittij d, wordt bij de initialisatie
bepaald.
Alleen weergave,
modus Auto: geeft de actieve automatische gewenste waarde aan.
modus Hand: geeft de actieve automatische gewenste hand-
waarde aan.
Alleen weergave, geeft het apparaattype en de actuele fi rmware-
versie afwisselend aan.
Zet alle parameters naar de standaard waarden
(fabrieksinstelling) en de diagnosegegevens terug.
Na het resetten van de parameters moet het instrument
worden geïnitialiseerd.
ferentiecurven en de protocollering blij ven behouden.
Geen nieuwe initialisatie nodig.
Advertenties
Inhoudsopgave
