Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toepassingstype; Toebehoren - Samson 3730 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Constructie en werking
De klepstandsteller heeft standaard een bi-
naire ingang voor gelij kspanningssignalen,
via welke willekeurige procesinfor matie via
de F
TM
OUNDATION
gesignaleerd.
De aanvullende ventieldiagnose EXPERTplus
is in de klepstandsteller geïntegreerd. Deze
geeft informatie over de klepstandsteller en
genereert diagnose- en statusmeldingen die
in geval van storing een snelle storingsana-
lyse mogelij k maken.
De klepstandsteller is met de betreffende
toebehoren geschikt voor de volgende aan-
bouwvarianten:

Directe aanbouw op SAMSON-aandrij ving-
en type 3277: Paragraaf 4.1

Aanbouw op aandrij vingen conform IEC
60534-6 (NAMUR-aanbouw): Paragraaf 4.2

Aanbouw aan microventiel type 3510:
Paragraaf 4.3

Aanbouw aan draaiaandrij vingen conform
VDI/VDE 3845: Paragraaf 4.4
3.1

Toepassingstype

De toepassingstypen regelventiel en open/
dicht-ventiel staan ter beschikking. In beide
toepassingstypen kunnen de bedrij fsstanden
automatisch bedrij f (AUTO) en handbedie-
ning (MAN) worden gekozen.
Afhankelij k van het gekozen toepassings-
type toont de klepstandsteller een afwij kend
gedrag in automatisch bedrij f (AUTO):
De aansturing via F
volgt via het AO functieblok
(regelventiel) en het DO1-functieblok
(Open/dicht-ventiel). Het toepassingstype kan
in het resource-block via de parameter
SELECT_DO_1 (zie confi guratie-instructies
12
EB 8384-5 NL
fi eldbus kan worden
fi eldbus
OUNDATION
TM
KH 8384-5) of op het apparaat via code
49 - h0 worden ingesteld, zie hoofdstuk 14.
Regelventiel
Bedrij fs-
De klepstandsteller
stand
volgt continu de
AUTO
actieve gewenste
waarde.
In het display
wordt de ventiel-
positie
(werkelij ke positie)
in % weergegeven.
Bedrij fs-
De klepstandsteller volgt de via de
stand
lokale bediening ingestelde
HAND
gewenste waarde.
Opmerkingen:
– Afhankelij k van het toepassingstype kunnen
bepaalde diagnosefuncties niet worden
uitgevoerd of verwerkt, zie EB 8389 „Ven-
tieldiagnose EXPERTplus".
– In handbedrij f kan een open/dicht-ventiel
bij gesloten stand ATO voorbij 100%, bij
gesloten stand ATC onder 0% van het no-
minale bereik worden bewogen (sluitstand
zie paragraaf 7.1).
3.2

Toebehoren

Magneetventiel
Bij uitval van de voedingsspanning voor het
magneetventiel (12), wordt de voedings-
druk voor de i/p-omvormer naar de atmo-
sfeer ontlucht. De klepstandsteller kan niet
werken en het regelventiel gaat, onaf-
Open/dicht-
ventiel
Discrete verwerking
van de vooringe-
stelde gewenste
waarde.
In het display wordt
de ventielpositie
(werkelij ke
positie) in % en
afwisselend„ O/C "
(Open/
Close) weergege-
ven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-5

Inhoudsopgave