7.8
Toepassingstype selecteren
Het toepassingstype wordt ingesteld als
volgt:
Confi guratie vrij geven:
draaien code 3, weergave: No
Indrukken, codegetal 3 knippert
draaien YES
Indrukken, weergave
toepassingstype kiezen:
draaien code 49
Indrukken, codegetal 49 knippert
draaien code h0
Indrukken, codegetal h0 knippert
Draaien YES (open/dicht-ventiel) of
No (regelventiel)
Indrukken
Opmerking: Aansturing via F
fi eldbus in AO functie-block (regel-
ON
TM
ventiel) of in DO1 functie-block (open/
dicht-ventiel), zie confi guratie-instructies
KH 8384-5.
7.9
Bij een reset worden alle inbedrij fname-
parameters en de diagnose op de af fabriek
ingestelde standaard waarden teruggezet
(zie codelij st, hoofdstuk 14).
Confi guratie vrij geven:
Inbedrij fnameparameters terugzetten:
OUNDATI-
Opmerking: met code 36 - diAG is het
mogelij k, alleen de diagnosegegevens (EX-
PERTplus) te resetten, zie EB 8389 „Ventiel-
diagnose EXPERTplus".
Inbedrijfname – Instelling
Reset – terugzetten naar
standaard waarden
Draaien Code 3, weergave: No
Indrukken, codegetal 3 knippert
Draaien YES
Indrukken, weergave
Reset
Standaard No
Draaien Code 36, weergave: ••–••–
Indrukken, codegetal 36 knippert
Draaien Std
Indrukken
Alle inbedrij fnameparameters en de
diagnose worden op de ingestelde
standaardwaarden teruggezet.
65
EB 8384-5 NL