Inbedrijfname – Instelling
Horizontale hefboom (middenposi-
tie) komt overeen met 0°.
Voor het optimaal functioneren van
de klepstandsteller mogen de buitenste
bargraph-elementen bij het doorlopen
van het werkgebied niet knipperen.
Code 1 kan door draaien van de
draai-/drukknop (
Het toegestane bereik is overschre-
den, wanneer de getoonde hoek
meer dan 30° is en het meest rechtse
of links bargraph-element knippert.
De klepstandsteller gaat in de veilige
stand (SAFE).
Na het opheffen van de veiligheids-
positie (SAFE) – zie par. 8.2.2 – moet
absoluut worden gecontroleerd, of
hefboom- en stiftpositie voldoen aan de
specifi caties in hoofdstuk 4.
Waarschuwing!
Ter voorkoming van lichamelij k letsel of
materiële schade door de beluchting of de
elektrische hulpenergie, moet de klepstand-
steller voor het vervangen van de hefboom
of verandering van de stiftpositie worden
gescheiden van de beluchting en de elektri-
sche voeding.
56
EB 8384-5 NL
) worden verlaten.
7.6
Initialisatie
Waarschuwing!
Tij dens de initialisatie doorloopt het regel-
ventiel het gehele slag-/draaihoekgebied.
Voer de initialisatie daarom nooit uit bij
een lopend proces, maar alleen tij dens de
inbedrij fnamefase bij gesloten afsluitven-
tielen.
Voor het starten van de initialisatieprocedu-
re moet de maximaal toegestane steldruk
van het regelventiel worden gecontroleerd.
Bij de initialisatie stuurt de klepstandsteller
tot aan de maximaal actieve voedingsdruk
uit. Eventueel moet de steldruk via een
voorgeschakelde drukreduceer worden
begrensd.
OPGELET!
Wanneer de klepstandsteller op een andere
aandrij ving wordt aangebouwd of wanneer
de inbouwsituatie wordt veranderd, moet de
klepstandsteller voor een nieuwe initialisatie
naar de basisinstelling worden teruggezet,
zie par. 7.9.
Bij de initialisatie past de klepstandsteller
zich optimaal aan op de wrij vingsom-
standigheden en de steldrukbehoefte van
het regelventiel. Soort en omvang van de
zelfi nregeling worden door de ingestelde
initialisatiemodus bepaald:
Maximaal bereik MAX
(standaard bereik)
Initialisatiemodus voor eenvoudige inbe-
drij fname voor ventielen met twee mecha-
nisch eenduidig begrensde eindstanden,
bij v. driewegventielen (zie par.7.6.1)