Aanbouw aan regelventiel – aanbouwdelen en toebehoren
kracht aanliggen. Montageplaat (21)
met de beide bevestigingsschroeven op
het juk schroeven.
7. Deksel (11) aan de tegenoverliggende
zij de monteren. Daarbij erop letten,
dat in ingebouwde toestand van het
regelventiel de ontluchtingsplug naar
beneden wij st, zodat eventueel verza-
meld condensaat kan wegstromen.
4.6.2 Montage bij aanbouw con-
form IEC 60534-6 (NAMUR)
Benodigde aanbouwdelen en toebehoren:
Tabel 6, pagina 44
1. Hefboom (1) op de sensor in de midden-
stand brengen en vasthouden. Moer
(1.1) losmaken en hefboom met schotel-
veer (1.2) van de sensoras afnemen.
2. De positiesensor (20) op het hoekstuk (21)
schroeven.
20 21
1.1, 1.2 14.1 3 14
2
Afb. 15 · Montage conform IEC 60534-6 (NAMUR)
36
EB 8384-5 NL
De standaard aangebouwde hefboom
M met aftaststift (2) op positie 35 is voor
aandrij vingsgrootten van 120, 240 en
2 cm
2
gedimensioneerd. Bij andere aandrij vings-
grootten of slagen de hefboom en stiftpositie
kiezen conform de slagtabel op pagina 19.
Hefboom L en XL zij n opgenomen in de
aanbouwset.
3. Hefboom (1) en schotelveer (1.2) op de
sensoras plaatsen.
Hefboom in de middenstand brengen
en vasthouden, moer (1.1) opschroe-
ven.
4. De beide bouten (14) op het hoekstuk
(9.1) van de koppeling (9) vastschroe-
ven, de meenemerplaat (3) plaatsen en
met de schroeven (14.1) vasttrekken.
9.1
9
met een nominale slag van 15 mm
1
1.1 Moer
1.2 Schotelveer
2
3
9
9.1 Hoekstuk
14
14.1 Bouten
20
21
Hefboom
Aftaststift
Meenemerplaat
Koppeling
Bouten
Positiesensor
Hoekstuk