Configuratie en inbedrijfstelling
4
Configuratie van de master (EtherNet/IP-scanner)
4.2
Configuratie van de master (EtherNet/IP-scanner)
Uitwisseling van
procesdata
20
Het volgende voorbeeld heeft betrekking op de configuratie van de CompactLogix 1769-
L32E-besturing van Allen Bradley met de programmeersoftware RSLogix 5000. Deze
besturing heeft reeds de EtherNet/IP-interface in de CPU-module geïntegreerd.
Indien een CPU toegepast wordt die geen EtherNet/IP-interface geïntegreerd heeft,
dient er eerst een communicatie-interface van de ethernet aan de IO-configuratie toe-
gevoegd te worden.
Bij het volgende configuratievoorbeeld wordt de optie DFE13B in een project opge-
nomen. Ga hiervoor in het programma RSLogix 5000 naar het hieronder afgebeelde
aanzicht "Controller Organizer" (boomstructuur in het linkergedeelte van de afbeelding).
•
Markeer het item "1769-L32E Ethernet Port LocalENB" in de map "I/O Configuration"
als communicatie-interface van de ethernet. Klik op de rechter muistoets. Het selec-
tievenster "Select Module Type" wordt geopend.
•
Markeer het item "Generic Ethernet Module" om de optie DFE13B op te nemen in
het project. Bevestig uw keuze met <OK>.
•
Het venster "Module Properties – LocalENB" wordt geopend.
Handboek – MOVIDRIVE
®
MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP
11191AXX