Boxer
78
! AANWIJZINGEN VOOR HET REPAREREN VAN DE VEEGMACHINE
Voor onjuist uitgevoerde reparaties aan een machine waardoor de gebruiker letsel of schade opgelopen heeft, ligt zowel de
strafrechtelijke als civielrechtelijke verantwoordelijkheid bij degene die de reparatie heeft verricht.
Reparaties moeten altijd uitgevoerd worden volgens de specificaties uit de ‚Handleiding voor gebruik en onderhoud' die
altijd bij de machine bewaard moet worden.
Nooit wijzigingen op de machine aanbrengen. Ook vervanging van onderdelen door onderdelen met andere kenmerken
wordt als wijziging beschouwd.
Gebruik altijd originele onderdelen (geleverd door RCM S.p.A. of door het verkoopnet van de fabrikant).
Bij twijfel altijd contact opnemen met het RCM servicecentrum.
Demontage:
Gebruik altijd gereedschap dat geschikt is voor demontage van de machine. Wijzig nooit de kenmerken van assemblage/
bevestiging/sluiting van onderdelen van de machine.
Labels:
Bedek nooit de originele labels met veiligheidsinformatie met uw eigen labels.
Vervang nooit de kenplaat met de naam van de fabrikant, het kenteken en het serienummer van de machine.
Vervang zo nodig de versleten labels met veiligheidsvoorschriften door nieuwe, identieke labels.
Schakelaars:
Vervang schakelaars uitsluitend door identieke, originele schakelaars of door modellen die uitdrukkelijk in de handleiding
genoemd worden en dezelfde kenmerken en nominale gegevens hebben.
Een aantal schakelaars fungeert tevens als veiligheidsvoorziening, controleer bij het testen altijd of ze goed werken.
Aandrijfmotor:
Vervang de aandrijfmotor(en) alleen door originele motor(en). Een overeenkomstige maar niet identieke motor kan de
kenmerken van de machine wijzigen wat betreft prestaties, veiligheid en EMC.
Vervang (indien noodzakelijk) de EMC beveiligingsvoorzieningen met originele beveiligingen met dezelfde kenmerken en
nominale gegevens.
Vervang de borstels (zo nodig) door originele borstels met dezelfde eigenschappen.
Controleer regelmatig de slijtagegraad van de drijfriemen en vervang de riemen zo nodig.
Voer regelmatig de afstellingen uit volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.
Aanzuiging:
Vervang de aanzuigmotor uitsluitend door een identieke, originele motor. Een overeenkomstige maar niet identieke motor
kan de kenmerken van de machine wijzigen wat betreft prestaties, veiligheid en EMC.
Vervang (indien noodzakelijk de EMC beveiligingsvoorzieningen met originele beveiligingen met dezelfde kenmerken en
nominale gegevens.
Vervang de borstels (wanneer voorzien) door originele borstels met dezelfde eigenschappen.
Nadat de aanzuigmotor vervangen is, kan het noodzakelijk zijn ook de pakkingen te vervangen; controleer de pakkingen en
vervang ze zo nodig door nieuwe, originele onderdelen.
Verander nooit de afmetingen van de luchtleidingen of van de ventilatieroosters of -openingen van de motor.
Hoofdborstel:
Vervang de borstel alleen door eenzelfde, originele borstel.
Wanneer de nieuwe borstel gemonteerd is, de uitlijning t.o.v. de grond controleren.
Controleer de staat van de transmissie.
Zo nodig drijfriemen, kettingen, drijfmechanismen e.d. afstellen volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.
Wanneer de borstel gemonteerd is, controleren of deze goed aan de naaf bevestigd is en vrij draaien kan.
Test de machine nadat u de nieuwe borstel gemonteerd heeft.
Verander niets aan de afmetingen van de borstel.
De afstellingen uitvoeren volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.