Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Impianto Idraulico Di Sollevamento E Rotazione; Manutenzione E Regolazione Dell'impianto Idraulico; Distributore; Hydraulisch Ophef En Rotatiesysteem - RCM mono Boxer D Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

Boxer
48
Impianto idraulico sollevamento e rotazione
L'impianto idraulico che fa ruotare le spazzole, sollevare ed aprire il contenitore rifiuti è tutto azionato da una sola pompa ad
ingranaggi 5 (Fig. 18), comandata dal motore principale.
La rotazione delle spazzole è comandata direttamente da motori orbitali collegati in serie.
Il controllo di ogni funzione è fornito da un gruppo distributore a 3 elementi (Fig. 19).

Manutenzione e regolazione dell'impianto idraulico

L'impianto idraulico deve avere una pressione d'esercizio di 90 bar con tutte le spazzole abbassate, ed una pressione massima
di 150 bar da regolare con un circuito chiuso tramite il registro pressione 4 posto sul gruppo distributore (Fig. 19).
Per poter controllare la pressione bisogna avvitare il tubo del manometro 2 al raccordo 3. Azionare la leva 1. Portare il motore
a regime massimo di giri e controllare che il manometro indichi non più di 150 bar. In caso contrario agire sul registro
pressione 4 (Fig. 19).
Tutto il circuito idraulico è protetto da un filtro olio 8 in aspirazione (Fig. 19). Il filtro è del tipo a cartuccia. A motoscopa
nuova, dopo le prime 20 ore di lavoro, sostituire la cartuccia olio idraulico.
N.B.: Il controllo del livello va eseguito con olio caldo, mediante il tappo 6 (Fig. 19), ogni 40 ore di lavoro.
Prima di procedere alla sostituzione della cartuccia ricordarsi di chiudere il rubinetto 2 dell'olio e di riaprirlo ad operazione
terminata (Fig. 19).
Nell'inserire una nuova cartuccia, controllare che questa sia perfettamente uguale alla precedente.

Distributore

Il gruppo distributore 3 (Fig. 19) è formato da n. 3 elementi. Ogni elemento porta un cursore comandato da una leva.
Hydraulisch ophef en rotatie systeem
Het hydraulische systeem dat de borstels draaien laat en de afvalbak opheft en opent, wordt bediend door een enkele
tandwielpomp 5 (tek. 18) die aangedreven wordt door de hoofdmotor.
De rotatie van de borstels wordt rechtstreeks bestuurd door hydromotoren die in serie geschakeld zijn.
Elke functie wordt bestuurd door een 3-weg controleklep (tek. 19).

Onderhoud en afstelling hydraulisch systeem

Het hydraulisch systeem dient een werkdruk van 90 bar te hebben wanneer alle borstels omlaag zijn, en een max. druk van
150 bar geregeld met een afgesloten circuit door drukbegrenzer 4 op de 3-weg controleklep (tek. 19).
Om de druk te controleren moet de leiding van manometer 2 aan koppeling 3 geschroefd worden. Verplaats hendel 1. Laat
de motor met het max. toerental draaien, de manometer mag niet meer dan 150 bar aangeven. Als de druk hoger dan
150bar is, met behulp van drukbegrenzer 4 (tek. 19) de juiste waarde instellen.
Het gehele hydraulische circuit wordt beschermd door patroonfilter 8 aan de aanzuigkant. Bij een nieuwe veegmachine
moet de drukoliepatroon na de eerste 20 werkuren vervangen worden.
Let op: Elke 40 werkuren het oliepeil controleren terwijl de olie warm is, met behulp van peilstok 6 (tek. 19).
Voordat de patroon vervangen wordt, oliekraan 2 dichtdraaien en na afloop weer openen (tek. 19).
Controleer altijd of de patroon vervangen wordt door een nieuwe patroon van hetzelfde type.
Controleklep
De 3-weg controleklep (tek. 19) bestaat uit 3 onderdelen. Elk onderdeel wordt bediend door een hendel.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Boxer dBoxer eBoxer sSuper boxer eSuper boxer d

Inhoudsopgave