12.4.4 Afscherming
•
•
•
•
12.4.5 Aarding
•
•
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Installatie in een CE-typisch aandrijfsysteem
Metalen kabelwartels garanderen een verbinding van de afscherming met de behui-
zing over een groot contactoppervlak.
Bij schakelaars en klemmen in de afgeschermde leidingen
– moeten de afschermingen van de aangesloten leidingen worden doorverbonden
en eveneens met groot contactoppervlak op de montageplaat worden
aangesloten.
Bij voedingskabels tussen radiofrequent-ontstoringsfilter en applicatieregelaar
langer dan 300 mm
– moet de voedingskabel worden afgeschermd.
– moet de afscherming van de voedingskabel direct op de applicatieregelaar/het
netterugvoedingsapparaat en op het radiofrequent-ontstoringsfilter worden aan-
gesloten. Sluit de afscherming vervolgens met groot contactoppervlak op de
montageplaat aan.
De stuurstroomleidingen afschermen:
– Sluit de afschermingen langs de kortste weg aan op de schermaansluitingen.
Aard alle metalen, geleidende componenten (netterugvoeding, applicatieregelaar,
radio-ontstoringsfilter) met behulp van geschikte leidingen vanaf een centraal aard-
punt (PE-rail).
Houd de in de veiligheidsvoorschriften gedefinieerde minimumdoorsneden aan:
– Voor de EMC is echter niet de kabeldoorsnede, maar het oppervlak van de leiding
en de aarding over een groot contactoppervlak van doorslaggevend belang.
®
MDR60A/61B
Installatie (MDR60A1320-503-00)
12
113