5
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling met de pc
Activeren van de Drive Monitor
Aandrijvingen aansturen
Afzonderlijke aandrijving aansturen
Meerdere aandrijvingen aansturen
Aandrijfbesturing deactiveren
48
Technische handleiding – MOVITRAC
1. Als de frequentieregelaar in de software LT-Shell nog niet geconfigureerd is, han-
del dan de stappen 1 tot 7, zie hoofdstuk "Parametrering met de software LT-
Shell" (→ 2 43) af.
2. Ga naar het Drive-Monitor-tool door op de knop [Drive Monitor] in de menubalk [1]
te klikken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving en stootgevaar
door plotselinge verandering van de snelheid. Als de aandrijving is vrijgegeven,
heeft een parameterwijziging meteen effect op het aandrijfsysteem.
Dood of zwaar letsel.
•
Controleer voor de activering van de Drive-Monitor-modus of de aandrijving niet
vrijgegeven is.
•
Afhankelijk van de toepassing dienen extra veiligheidsmaatregelen getroffen te
worden om risico's voor mens en machine te voorkomen.
1. Als er zich meerdere frequentieregelaars in een netwerk bevinden, kunt u de ge-
wenste aandrijving door een klik op het betreffende apparaat selecteren.
2. Activeer nu de Drive Monitor voor de geselecteerde aandrijving door op de knop
[10] te klikken.
3. Activeer het selectiehokje "Lokaal" in de aandrijfbesturingslijst [5] of in het Drive
Monitor Panel [9].
4. Om de aandrijving via de Drive Monitor te kunnen aansturen, moet extra de hard-
warevrijgave zijn ingesteld. Zie hoofdstuk "Eenvoudige inbedrijfstelling" (→ 2 41).
1. Als er zich meerdere frequentieregelaars in een netwerk bevinden, kunt u de ge-
wenste aandrijving door een klik op het betreffende apparaat selecteren.
2. Activeer het selectiehokje "Lokaal" voor alle frequentieregelaars in het netwerk die
u wilt aansturen in de aandrijfbesturingslijst [5] of in het Drive Monitor Panel [9].
3. Om de betreffende aandrijving via de Drive Monitor te kunnen aansturen, moet ex-
tra de hardwarevrijgave zijn ingesteld. Zie hoofdstuk "Eenvoudige inbedrijfstel-
ling" (→ 2 41).
Om de besturing van de betreffende aandrijving te verlaten activeert u het selectiehok-
je "Lokaal" in de aandrijfbesturingslijst [5] of in het Drive Monitor Panel [9].
®
LTE-B