4
Installatie
Elektrische installatie
4.3
Elektrische installatie
4.3.1
Vóór de installatie
24
Technische handleiding – MOVITRAC
Let bij het installeren altijd op de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2!
WAARSCHUWING
Elektrische schok door niet volledig ontladen condensatoren. Tot tien minuten na uit-
schakeling van de netvoeding kunnen er nog hoge spanningen op de klemmen en in
het apparaat aanwezig zijn.
Dood of zwaar letsel.
•
Wacht 10 minuten, na het spanningsvrij schakelen van de frequentieregelaar en
het uitschakelen van de netspanning en de DC-24-V-spanning. Controleer dan of
het apparaat spanningsvrij is. Begin pas daarna met de werkzaamheden aan het
apparaat.
•
De frequentieregelaars mogen alleen worden geïnstalleerd door elektrotechnisch
geschoold personeel met inachtneming van de desbetreffende voorschriften en re-
gelgeving.
•
De aardkabel moet zijn ontworpen voor de maximale aardlekstroom van het net,
die over het algemeen wordt begrensd door de smeltveiligheden of de motorbevei-
ligingsschakelaar.
•
De frequentieregelaar heft beschermingsklasse IP20. Als er hogere beschermings-
klassen vereist zijn, dient u een geschikte behuizing of de IP55-/NEMA-12K- of de
IP66-/NEMA-4X-uitvoering te gebruiken.
•
Controleer of de frequentieregelaars goed geaard zijn. Zie het schema in paragraaf
"Aansluiten van regelaar en motor" (→ 2 31).
•
De frequentieregelaars zijn geschikt voor hijswerktoepassingen, met de volgende
waarschuwing moet rekening worden gehouden.
•
Controleer of de voedingsspanning, de frequentie en het aantal fasen (1- of 3-fa-
sig) overeenkomen met de nominale waarden van de frequentieregelaar bij de le-
vering.
•
Tussen de voeding en de frequentieregelaar moet er een scheidingsschakelaar of
iets dergelijks zijn geïnstalleerd.
•
De netvoeding mag nooit op de uitgangsklemmen U, V of W van de frequentiere-
gelaar worden aangesloten.
•
Installeer tussen de frequentieregelaar en de motor geen automatische schakelbe-
veiligingen. Op plekken waar stuurstroomleidingen en elektrische energieleidingen
dicht bij elkaar liggen, moet een minimumafstand van 100 mm worden aangehou-
den. Houd op plekken waar kabels elkaar kruisen een hoek van 90° aan.
•
De kabels zijn alleen beveiligd door trage smeltveiligheden voor een hoog vermo-
gen of een motorbeveiligingsschakelaar. Meer informatie vindt u in de paragraaf
"Toegestane spanningsnetten" (→ 2 27).
•
Controleer of de vermogenskabels zijn afgeschermd en bekleed volgens het sche-
ma in paragraaf "Aansluiten van regelaar en motor" (→ 2 31).
•
Zorg ervoor dat alle klemmen met het juiste aanhaalmoment zijn vastgemaakt.
– Besturingsklemmen: 0.5 Nm
– Vermogensklemmen: 1 Nm
®
LTE-B