4.3.2
Installatie
Sluit de frequentieregelaar volgens onderstaande schema's aan. Let er op dat de mo-
torklemmenkast juist aangesloten is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen 2 ba-
sisschakelingen: sterschakeling en driehoekschakeling. De motor dient zodanig op de
spanningsbron te worden aangesloten dat deze met de juiste bedrijfsspanning wordt
gevoed.
Meer informatie vindt u in de afbeelding in de paragraaf "Aansluiting in de motorklem-
menkast" (→ 2 30).
Wij adviseren om als vermogenskabel een 4-aderige, afgeschermde kabel met PVC-
isolatie te gebruiken. Deze dient in overeenstemming met de nationale voorschriften
van de branche en de regels te zijn gelegd. Voor de aansluiting van de vermogenska-
bels op de frequentieregelaar zijn adereindhulzen vereist.
De kabelaansluitingen van de frequentieregelaars bouwgrootte 3 moeten met crimp-
ringkabelschoenen worden uitgevoerd om een veilig contact te waarborgen.
De aardklem van elk frequentieregelaar moet afzonderlijk en direct worden verbon-
den met de aardrail (massa) op de opstellingsplaats (indien aanwezig via het filter).
Zie paragraaf "Aansluiten van frequentieregelaar en motor" (→ 2 31).
De aardverbindingen van de MOVITRAC
regelaar worden doorgelust. De aardverbindingen mogen ook niet van andere rege-
laars naar de regelaars worden geleid.
De impedantie van het aardingsnet moet voldoen aan de plaateslijke veiligheidsvoor-
schriften van de branche.
Om de UL-bepalingen aan te houden dienen alle aardverbindingen te zijn uitgevoerd
met door UL opgenomen gekrimpte ringkabelschoenen.
Toegestane spanningsnetten
•
•
•
Spanningsnetten met een geaard sterpunt
De frequentieregelaar is geschikt voor het bedrijf op TN- en TT-stelsels met een di-
rect geaard sterpunt.
Spanningsnetten met een niet-geaard sterpunt
Het bedrijf op spanningsnetten met een niet-geaard sterpunt (bijv. IT-stelsels) is al-
leen toegestaan voor frequentieregelaars met beschermingsgraad IP20. Zie hoofd-
stuk "Bedrijf op het IT-stelsel" (→ 2 26).
Buitengeleider geaarde spanningsnetten
De frequentieregelaars mogen op spanningsnetten alleen met een fase/aarde-wis-
selspanning van maximaal 300 V worden gebruikt.
Elektrische installatie
®
-LT-regelaar mogen niet van regelaar naar
Technische handleiding – MOVITRAC
4
Installatie
27
®
LTE-B