Installatie- en programmeerhandleiding
MELDING
"C"
01 Voer zonenr. in
12
2
01 Uitgang actie
2 sec. Sluiten
1
Enter Uitgang nr
R02
02
02 A G P TRIG
R02 1 1 3 ZL=1
Over zonelijsten (menu ∗ ∗ ∗ ∗ 81)
Met zonelijsten kun je individuele zones groeperen voor gebruik met bepaalde systeemacties.
De volgende tabel toont de beschikbare zonelijsten en hun doel:
Lijstnr.
Gebruikt voor ...
1, 2
algemene doeleinden
3
belfunctie per zone
4
gekoppelde zones
5
nachtelijk verblijf-zones
6, 7
algemene doeleinden
8
Laatste contact-zones of algemene doeleinden
9
zones die pager 1 activeren of algemene doeleinden
10
zones die pager 2 activeren of algemene doeleinden
11
algemene doeleinden
12
uitgangzones (ingeschakeld in veld *88)
76
GELDIGE INVOER
Zonenummer
Uitvoeractie
0-6 = zie lijst rechts
Uitvoernummer
01-04 = Uitvoernummer
17-18 = trigger aan boord
Overzichtscherm
TOELICHTING
Als het zonenummer is geselecteerd, verschijnt het volgende
scherm.
Voer het gewenste zonenummer in wat bij dit uitvoernummer
behoort.
Druk op [ ∗ ] om verder te gaan.
Voer de gebeurteniszone in wat deze uitvoer activeert
01 Voer gebeurtenis in
Herstellen
0
Druk op [ ∗ ] om verder te gaan naar de melding "Uitvoeractie"
Voer de gewenste apparaatactie in zoals hieronder vermeld.
Druk op [ ∗ ] om verder te gaan.
0 = uit
1 = Puls 2 seconden
2 = Sluiten en gesloten blijven
3 = Continu pulserend (1 Sec. Aan, 1 Sec. Uit)
Voer het gewenste uitvoernummer in (geprogrammeerd in
menu *79) wat bij deze uitvoer behoort.
Press [ ∗] to continue.
Er verschijnt een overzichtscherm met de
geprogrammeerde instellingen.
Druk op [ ∗ ] om verder te gaan.
0 = herstellen; 1 = alarm
2 = defect; 3 = probleem
4 = Wijzig apparaatstatus
5 = Duur 1 (zie gegevensveld *177)
6 = Duur 2 (zie gegevens veld *177)