Installatie- en programmeerhandleiding
Zones en partities
Elke bewaakte zone moet met verscheidene attributen worden geprogrammeerd met menu
*56 Zone programmeren of menu *58 expert programmeren. Raadpleeg deze secties voor
gedetailleerde procedures.
Het systeem kan drie onafhankelijke beschermingsgebieden besturen (beter bekend als
partities) voor gebruik door onafhankelijke gebruikers, indien dit is gewenst, door
eenvoudigweg de zones toe te kennen aan een van de partities tijdens het zoneprogrammeren.
Het systeem verdeelt gebruikers, als standaardinstelling, automatisch over de drie partities.
De systeembeheerder kan de verdeling van de gebruikernummers wijzigen.
Er kunnen ook zones worden toegekend aan een partitie voor een gemeenschappelijke ruimte
wanneer partitie 3 ook is toegekend. Dit is een gebied wat wordt gedeeld met gebruikers van de
andere twee partities (bijv. de hal van een gebouw). Hierdoor kan elke onafhankelijke partitie
worden ingeschakeld, waarbij de partitie voor de gemeenschappelijke ruimte uitgeschakeld
blijft voor toegang naar de andere partitie. Hier volgt een beschrijving van de werking van de
partitie voor de gemeenschappelijke ruimte, indien deze wordt gebruikt:
• De gemeenschappelijke ruimte geeft alleen een alarm (geluid en rapport) af wanneer beide
andere partities zijn ingeschakeld. Als slechts een partitie is ingeschakeld, negeert het
systeem foutmeldingen van de gemeenschappelijke ruimte.
• Voor elke partitie kan het systeem worden ingeschakeld wanneer het gemeenschappelijk
gebied een foutmelding afgeeft, maar wanneer het eenmaal is ingeschakeld kan een
systeem van een andere partitie niet inschakelen tenzij het gemeenschappelijk gebied is
Overbrugd of het defect is verholpen.
• Defecten in het gemeenschappelijke gebied worden op bedieningspanelen in het reguliere
gebied getoond en verschijnen ook op een ander bedieningspaneel van de partitie als deze
partitie is ingeschakeld.
• Elke partitie kan na een alarm het gemeenschappelijke gebied leegmaken en herstellen.
Bedieningspanelen
Bedieningspanelen zijn als volgt te identificeren door voorgedefinieerde adressen (beginnend
bij adres 16):
Adres
Bed.paneel
16
bedieningspaneel 1
17
bedieningspaneel 2
18
bedieningspaneel 3
19
bedieningspaneel 4
20
bedieningspaneel 5
21
bedieningspaneel 6
22
bedieningspaneel 7
23
bedieningspaneel 8
24
Programmaveld
• altijd ingeschakeld voor partitie
1 alle geluiden ingeschakeld.
• gegevensveld *190
• gegevensveld *191
• gegevensveld *192
• gegevensveld *193
• gegevensveld *194
• gegevensveld *195
• gegevensveld *196
OPMERKING: Het eerste adres
voor het toetsenbord is 16.