Installatie- en programmeerhandleiding
MELDING
Zn ZT P RC HW: RT
01 09 1 10 EL 1
Zn ZT P RC IN: L
10
–
–
– :
–
Zn ZT P RC IN: L
10 00 1 10 RF 1
66
GELDIGE INVOER
Overzichtscherm
01-06, 09-24 en
49-64 = zonenummer
00 = afsluiten
[∗] om verder te gaan
OF
[D] om naar de meldingen
te gaan voor het
programmeren van de
draadloze toegang met
sjablonen.
Zoneprogrammeren
ZT = Raadpleeg de kaart
Zonetype getoond in
menu *56 "Zonetype"
P =
partitie 1, 2, 3
(gemeenschappelijk)
RC = 0-9
(kan geen
hexadecimale
rapportcodes
invoeren; gebruik
menu *56 om
hexadecimale codes
in te voeren)
IN = invoertype
L =
lusnummer
[∗] om verder te gaan
TOELICHTING
Er wordt een overzicht weergegeven van de
geprogrammeerde (standaard) waarden die op
dit moment zijn geprogrammeerd voor zone 1.
Voer het zonenummer in dat wordt
geprogrammeerd, druk vervolgens op [∗],
waarmee een overzicht voor deze zone wordt
getoond. Zie melding hiernaast (in dit voorbeeld
wordt zone 10 ingevoerd).
Wanneer u een draadloze toegang programmeert,
druk op [D] en ga vervolgens verder naar de
sjabloon voor de draadloze toegang na deze sectie.
Wanneer u [D] hebt ingedrukt, kunt u kiezen uit
een aantal vooraf ingestelde sjablonen voor het
gemakkelijk programmeren van zones met
draadloze toegang.
Wanneer alle zones zijn geprogrammeerd, druk op
"00" bij deze melding om dit menu af te sluiten.
Er wordt een overzicht weergegeven met de
programmering van de geselecteerde zone.
Om de zone-informatie te programmeren,
ga als volgt te werk:
• Voer achtereenvolgens Zonetype (ZT), Partitie
(P), Meldcode (RC), en Type invoerapparaat
(IN)* in, maar niet het lusnummer (L).
OPMERKING: In de stand Expert kunnen de
hexadecimale rapportcodes A tot en met F niet
worden ingevoerd. De hexadecimale
rapportcodes A tot en met F kunt u alleen
invoeren met de Procedure voor
zoneprogrammeren (menu *56).
• Gebruik de toetsen [A] (Verder) en [B] (terug) op
het bedieningspaneel om de cursor binnen het
scherm te verplaatsen.
• Gebruik toets [C] om de attributen van de vorige
zone te kopiëren.
Druk op [∗] om het programmeren op te slaan en
verder te gaan naar de melding
serienummer/lusnummer. Indien noodzakelijk,
druk op [#] voor een back-up zonder op te slaan.
* Als HW (basisbekabeling) of AW (Hulp) voor het
type invoerapparaat is ingevoerd, zal het volgende
scherm gelijk zijn aan de getoonde melding,
behalve wanneer HW of AW onder "IN" staat
Wanneer RF, BR of UR is ingevoerd, wordt er als
volgt een melding weergegeven voor het serie- en
lusnummer.
.