Installatie- en programmeerhandleiding
Zonetype
Type 04
Interne volgzone
Type 05
Probleem wanneer
uitgeschakeld/Alarm
wanneer ingeschakeld
Type 06
24-uur stil alarm
Type 07
24-uur hoorbaar alarm
Type 08
24-uur hulpalarm
Type 09
Toezicht op brand
28
Omschrijving
• Toekennen aan een zone die een gebied bestrijkt zoals een foyer, lobby,
of hal, waardoor men heen moet na binnenkomst (van en naar het
bedieningspaneel).
• Biedt een vertraagd alarm wanneer de ingangs-/uitgangszone voor de
eerste keer een foutmelding geeft. Anders geeft dit zonetype direct een
alarm af.
• Actief wanneer het paneel is ingeschakeld in de stand Weg.
• Automatisch Overbrugd wanneer het paneel is ingeschakeld in de
standen Weg of Direct; wanneer deze in stand Nachtelijk verblijf staat,
worden zones die zijn toegekend in zonelijst 05 (zonelijst nachtelijk
verblijf) niet Overbrugd wanneer het systeem is ingeschakeld in stand
Nachtelijk verblijf.
• Toekennen aan een zone die een gevoelig gebied bestrijkt zoals een
voorraadkamer, medicijnenvoorraadkamer, nooduitgang, etc.
• Is ook te gebruiken met een sensor of contact voor een gebied waarvoor
onmiddellijk een ingangsmelding gewenst is.
• Toekennen bij gebruik van een sabotagemelder voor een sensor,
apparaat, of alarmluidspreker.
• Biedt een direct alarm wanneer er een foutmelding wordt afgegeven in
de standen Weg, Blijven, Nachtelijk verblijf, Direct of Maximaal.
• Tijdens de uitgeschakelde stand zal het systeem een gesloten
probleemgeluid vanaf het bedieningspaneel laten horen (en een rapport
naar het centrale station, indien gewenst).
• Gewoonlijk toegekend aan een zone met een knop voor een noodsituatie.
• Verstuurt een rapport naar het centrale station maar geeft geen geluid
of weergave op het bedieningspaneel.
• Toekennen aan een zone met een knop voor een noodsituatie.
• Verstuurt een rapport naar het centrale station en geeft een
alarmsignaal vanaf het bedieningspaneel en een hoorbaar extern
alarmgeluid.
• Toekennen aan een zone met een noodsituatieknop, of aan een zone met
monitorapparaten zoals water of temperatuursensors.
• Verstuurt een rapport naar het centrale station en geeft een
alarmsignaal vanaf het bedieningspaneel. (Geeft geen signaal voor
een sirene.)
• Biedt een brandalarm in een gesloten circuit en een probleemtoestand in
een open circuit. Een brandalarm produceert een sirene in de vorm van
een puls.
• Dit zonetype is altijd actief en kan niet worden Overbrugd.