Belangrijke punten voor de installatie (Installateur, lees deze instructies)
• Dit systeem gebruikt adresseerbare bedieningspanelen en zone-uitbreidingmodule
(zie tabel voor adressen in sectie Programmeeroverzicht).
• De bedieningspanelen moeten worden ingesteld op adressen 16-23 (eerste paneel
op adres 16, wat afwijkt van voorgaande bedieningspanelen) en geprogrammeerd in
gegevensvelden *190-*196.
• De zone-uitbreidingmodules moeten voor specifieke adressen (08) worden ingesteld op
basis van de gebruikte zonenummers (zie de tabel voor adressen in sectie 4219/4229
uitbreidingszones).
• 4204 De relaismodule moeten voor specifieke adressen worden ingesteld (13; zie sectie
Relaismodules aansluiten).
• 6164-bedieningspanelen moeten voor twee adressen worden ingesteld: een adres voor
het bedieningspaneel en een adres voor de zone-uitbreiding (indien u de uitbreidingzone
van het toetsenbord gebruikt).
• Dit alarmpaneel zal niet opstarten zonder dat de stroomvoorziening is aangesloten (zal
niet opstarten met alleen de batterij). Nadat het systeem echter is opgestart kan het wel
werken met alleen de batterij ingeval de stroomtoevoer is uitgeschakeld.
• Relais' hebben twee standen voor het programmeermenu: gebruik menu *79 voor het
toekennen van moduleadressen en apparaatnummers (uitvoer). Gebruik menu *80 voor
het toekennen van uitvoerfuncties (zie sectie Uitvoerapparaat programmeren).
• Dit systeem ondersteunt programmeerbare functietoetsen. Gebruik menu *57 voor het
toekennen van functietoetsen (zie sectie Functietoets programmeren).
• Het systeem voorziet in verscheidene onderdelen voor pager-oproepen. Zie
Programmeeroverzicht voor een samenvatting over het programmeren van de pager.
Onderdelen en installatiekenmerken
3