1. Voer [Installateurcode] + [#] + 4 in voor de partitie die wordt getest. Herhaal deze test
voor elke partitie.
2. Nadat u de zenders heeft geplaatst op de gewenste locaties en de geschatte kabellengte die
getrokken naar de sensoren zijn verbonden aan de aansluitpunten van de zender (indien
gebruikt), zorg voor een foutmelding van elke zender. Voer deze test niet uit met je hand
om de zender.
a. Het bedieningspaneel geeft drie keer een geluidssignaal om ontvangst van het signaal
aan te geven en toont het juiste zonenummer.
b. Wanneer het bedieningspaneel geen geluid maakt, moet u de zender verplaatsen naar
een andere locatie om opnieuw te richten. Gewoonlijk is een paar centimeter in
willekeurige richting al voldoende.
3. Wanneer elke zender de juiste reactie veroorzaakt op het bedieningspaneel wanneer deze
een foutmelding afgeeft, kunt u de zenders permanent installeren volgens de bijgeleverde
instructies.
4. Verlaat de Goed/Niet goed-teststand door het invoeren van: [Installateurcode] + UIT.
Belcommunicatietest
1. Voer de installateurcode + 5 [TEST] in, druk vervolgens op "1" bij de melding voor het
starten van de beltest.
1=BELLEN, 0=LOPEN
De volgende regel wordt weergegeven (gevolgd door twee geluidssignalen) wanneer de
test succesvol is:
TELEFOON OK
Wanneer de beltest niet succesvol is, wordt het volgende getoond:
COMM. FOUT
2. Voer installateurcode + UIT in om het display te wissen en om deze te verlaten.
Batterij testen op automatische stand-by
1. Er wordt elke 3 minuten een automatische test uitgevoerd om er zeker van te zijn dat er
een hulpbatterij aanwezig is die op juiste wijze is aangesloten. Wanneer de batterij niet
aanwezig is of niet juist is aangesloten, verschijnt de melding "BATTERIJ LEEG" op het
display en wordt dit gerapporteerd aan het centrale station, indien geprogrammeerd.
2. Er wordt na 4 uur gedurende twee minuten automatisch een capaciteittest uitgevoerd
voor de batterij, de aanvang hiervan is 4 uur na het verlaten van het programmeermenu
of na het opstarten van het systeem. Bovendien wordt nadat de teststand is gestart ook
een capaciteittest voor de batterij gestart. Wanneer de batterij geen lading kan
uitvoeren, wordt het bericht "lege batterij" getoond en, indien geprogrammeerd,
gerapporteerd aan het centrale station.
(Geen speciale weergave op een bedieningspaneel met vaste woorden)
("Cd" wordt getoond op een bedieningspaneel met vaste woorden)
Er wordt ook een contact-ID-rapport verstuurd (code 601)
("FC" wordt getoond op een bedieningspaneel met vaste woorden)
Het systeem testen
101