VELD
TITEL en GEGEVENSINVOER
Sabotageopties
*175
Ingave 1:0 = 0 =standaard sabotagedetectie
1 = detecteert sabotage van
Overbrugd zones
2 = detecteert sabotage in teststand
3 = detecteert sabotage in teststand
van Overbrugd zones
Ingave 2:0 = 0 =alle gebruikers kunnen een
sabotagemelding leegmaken**
1 = alleen de installateur kan een
sabotage wissen
Sireneopties
*176
Ingave 1:0 = externe sirene
1 = zelfactiverende externe sirene
Ingave 2:0 = vertraging uitschakelen
1 = sirene van 30 seconden
en inbelvertragingsperiode
inschakelen tijdens
ingangsvertragingsperiode
2 = sirenevertraging inschakelen
Apparaatduur 1, 2
*177
Duur 1:
0 = 15 seconden 6 = 2-1/2 min #+12 = 8 min
1 = 30 seconden 7 = 3 min
2 = 45 seconden 8 = 4 min
3 = 60 seconden 9 = 5 min
4 = 90 seconden #+10 = 6 min
5 = 2 min
Duur 2: 1 tot en met 7 voor het aantal dagen
(zie veld *25 voor het
#+13 = 10 min
#+14 = 12 min
#+15 = 15 min
#+11 = 7 min
Gegevensveld programmeren
TOELICHTING
Selecteer de gewenste optie.
Standaard sabotagedetectie (ingave 1 optie 0): Het
systeem detecteert normaliter sabotagefouten van
een apparaat wat is voorzien met
sabotageschakelaars (voor het verwijderen van de
dekplaat en/of verwijderen vanaf de muur) terwijl
het systeem is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Sabotagefouten worden genegeerd wanneer een zone
is Overbrugd of wanneer het systeem in de teststand
staat, tenzij ingave 1, opties 1, 2, 3 wordt
geselecteerd. De weergave voor een sabotagemelding
is als volgt:
Uitgeschakeld:
SABOTAGE 1xx (of zz)
1xx = ECP-apparaatadres
zz = zonenummer voor apparaat
met foutmelding.
Ingeschakeld:
SBTGE_INGSCHKLD
** Moet "0" zijn wanneer ingave 2 van veld *25 is
ingesteld op 1 of 2, anders kan alleen de installateur
het systeem uitschakelen en het weergeven van de
sabotagemelding verwijderen.
Selecteer de gewenste optie.
Ingave 2, indien 1: Wanneer ingangsvertraging actief
is en een directe zone geactiveerd wordt, wordt de
sirene vertraagd met 30 seconden en wordt het
inbelrapport 30 seconden vertraagd, tenzij in veld *50
een grotere vertraging is ingesteld (de inbelvertraging
van 30 seconden heeft voorrang op waarden van
minder dan 30 seconden in veld *50).
Ingave 2, indien 2: Indien ingeschakeld in de modus
Aanwezig en er treedt een alarm op, wordt de sirene-
uitgang vertraagd met de ingestelde
ingangsvertraging.
Met deze ingaven stelt u de duur van de
uitgangsactieopties 5 (duur 1) en 6 (duur 2) in,
die geprogrammeerd zijn bij ∗80 Uitgangsfunctie
programmeren.
Duur 2 kan gebruikt worden als flitser timer.
53