Download Print deze pagina

Honeywell ADEMCO Vista-12B Installatiehandleiding pagina 77

Advertenties

MELDING
XX Relais Positie
1-4
zz
Menu *80: Uitvoerfuncties definiëren
Gebruik dit menu voor het programmeren van definities voor uitvoerfuncties (max. 12 functies) voor
een geautomatiseerde controle van uitvoerapparaten, op basis van gebeurtenissen in individuele zones
of zones met bepaalde zonetypes. Elke uitvoerdefinitie is te herkennen aan een uitvoerfunctienummer
en bevat de volgende onderdelen:
Uitvoerdefinitieonderdelen
Onderdeel
Omschrijving
Uitvoerfunctienr.
Een referentienummer dat de kenmerken van een uitvoer definieert.
Geactiveerd door
Bepaalt of de start van een gebeurtenis in een zone, zonelijst of een zonetype
plaatsvindt.
Gebeurtenis
Een gebeurtenis die de uitvoeractie start. Dit kan een gebeurtenis zijn die
plaatsvindt in een bepaalde zonenummer, zonelijst.of een specifieke zonetype.
Partitie
Wanneer de uitvoer wordt geactiveerd door een zonetype, definieert dit de partitie
waarin de geprogrammeerde gebeurtenis de apparaatactie moet starten.
Uitvoeractie
Definieert de actie van het relais-/X-10-apparaat wanneer de gedefinieerde
gebeurtenis plaatsvindt. Kan 2 seconden sluiten, gesloten blijven totdat deze wordt
teruggesteld, een continue puls afgeven (1 seconde sluiten-openen-sluiten-openen,
etc.), de apparaatstatus omkeren, of activeren voor een ingestelde tijdsduur
(ingesteld in gegevensveld *177).
Uitvoernr.
Ken deze functie toe aan een specifiek uitvoernummer (gedefinieerd in menu *79).
Dit is het uitvoernummer dat deze functie zal uitvoeren nadat de gebeurtenis is
gestart. Let op dat elke gedefinieerde functie slechts aan een uitvoernummer is
gekoppeld. Dit betekent dat wanneer er meer dan een uitvoerapparaat een
bepaalde functie moet uitvoeren, u een andere uitvoerfunctienummer moet
definiëren met dezelfde attributen en daarbij het juiste uitvoernummer moet
toekennen. (d.w.z. uitvoerapparaten kunnen aan meer dan een functienummer
worden toegekend, maar elk functienummer kan maar aan een enkel
uitvoernummer worden toegekend.
GELDIGE INVOER
Relaispositie
1-4 = relaispositie
[∗] om verder te gaan
TOELICHTING
Dit is het werkelijke (of fysieke) relaisnummer voor de
relaismodule waar deze zich bevindt. Voor de modules
van 4204 zijn de relaisnummers 1-4. Voor de modules
van 4229 zijn de relaisnummers 1-2. Voor
bedieningspaneel 6164 is het relaisnummer 1.
Het systeem keert terug naar melding Uitvoernummer
voor het programmeren van het volgende apparaat.
Menu programmeren
73

Advertenties

loading