Installatie- en programmeerhandleiding
Programmeerprocedures voor gegevensvelden
Taak
Naar programmeerstand
Naar gegevensveld
Gegevens invoeren
Veld controleren
Invoer verwijderen
32
Procedure
A) Druk gelijktijdig op [ ∗ ] en [#] binnen 50 seconden nadat het
controlepaneel van stroom is voorzien,
OF
B) Nadat er is opgestart, voer [Installateurcode (4-1-1-2)] + 8 0 0
(lang geluidssignaal geeft aan dat een van de partities is
ingeschakeld en het systeem kan niet het programmeermenu
starten).
(methode "B" is uitgeschakeld wanneer u het programmeermenu
verlaat met menu ∗ 98)
OPMERKING OVER TOEGANG DOOR INSTALLATEUR:
Voor sommige installaties is het wellicht nodig dat de
installateur geen toegang kan krijgen tot het systeem zonder de
toestemming van de eindgebruiker (conform EN50131-1).
Gebruik veld *26, ingang 2, om deze optie te selecteren. Indien
geselecteerd (Installateurcode ingeschakeld), moet de
systeemmaster of de partitiemaster eerst de installateurcode
inschakelen voordat deze kan worden gebruikt. Nadat de
installateurcode is ingeschakeld, blijft deze actief totdat een
andere gebruiker zijn code invoert.
De installateurcode inschakelen: mastercode + [#] + 65.
Druk op [ ∗ ] + [veldnummer] (bijvoorbeeld *21).
De weergave "EE" of "Invoerfout" geeft aan dat u een niet-
bestaand veld bent. Voer eenvoudigweg [*] opnieuw in met een
geldig veldnummer.
Als het gewenste veldnummer verschijnt, voer eenvoudigweg de
vereiste cijfers in. Het toetsenbord geeft drie keer een signaal
nadat het laatste cijfer is ingegeven en vervolgens wordt
automatisch het volgende veld getoond.
Wanneer u minder dan de maximum beschikbare cijfers invoert
(bijv. veld telefoonnummer), voer de gewenste cijfers in en druk
vervolgens [ ∗ ] om de ingave te beëindigen.
Druk op [#] + [veldnummer].
De gegevens van het betreffende veld wordt getoond, maar er
kunnen geen wijzigingen worden gemaakt.
Druk op [ ∗ ] + [veldnummer] + [ ∗ ] (geldt alleen voor
telefoonnummer, rekeningnummer, en velden met karakters
voor pagers).