• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Ondanks dat dit systeem een geavanceerd ontworpen beveiligingssysteem is, biedt dit geen enkele gegarandeerde
bescherming tegen inbraak of andere noodsituaties. Het is bij elk alarmsysteem mogelijk dat als gevolg van een defect of een
andere vorm, of het nu voor commercieel of huiselijk gebruik is, er geen alarm wordt afgegeven om verscheidene redenen.
Bijvoorbeeld:
• Indringers kunnen zich toegang verschaffen door onbewaakte openingen of hebben de technische kennis een alarmmelder
te omzeilen of een alarmapparaat uit te schakelen.
• Melders tegen indringers (bijv. passieve infraroodmelders), rookmelders en menige andere sensorapparaten werken niet
zonder stroom. Apparaten die op batterijen werken zullen niet zonder batterijen of met lege batterijen kunnen werken en
ook niet als de batterijen niet op de juiste wijze zijn aangesloten. Apparaten die geheel op wisselstroom werken zullen niet
functioneren als de stroomtoevoer is afgesloten om welke reden dan ook en hoe kort deze afsluiting ook is.
• Signalen die door draadloze zenders zijn verstuurd kunnen worden geblokkeerd of gereflecteerd door metaal voordat deze
de alarmontvanger bereiken. Zelfs wanneer het signaalpad recent is getest tijdens de wekelijkse test, is het mogelijk dat het
signaal wordt geblokkeerd als er een metalen object in het signaalpad is geplaatst.
• Een gebruiker kan mogelijk de paniek- of noodknop niet snel genoeg bereiken.
• Terwijl rookmelders een belangrijke rol hebben gespeeld in het reduceren van dodelijke slachtoffers als gevolg van huiselijke
brand, activeren ze mogelijk niet op tijd of geven niet op tijd een waarschuwing om verschillende redenen in bijna 35% van
alle branden. Mogelijke redenen waarom rookmelders die in samenwerking met dit systeem worden gebruikt niet werken:
rookmelders zijn niet juist geïnstalleerd of geplaatst. Rookmelders detecteren mogelijk geen brand waar de rook de melders
niet bereiken, bijvoorbeeld in schoorstenen, in muren of op daken of aan de andere zijde van een gesloten deur.
Rookmelders kunnen mogelijk ook geen brand ontdekken op een andere verdieping van een huis of gebouw. Een melder
op de eerste verdieping kan bijvoorbeeld een brand op de begane grond of in de kelder niet melden. Bovendien hebben
rookmelders detectiebeperkingen. Geen enkele rookmelder kan elke vorm van brand telkens weer ontdekken. In het
algemeen geven de melders niet altijd een melding van branden als gevolg van onachtzaamheid en veiligheidsrisico's zoals
roken in bed, gewelddadige explosies, gas dat ontsnapt, onjuiste opslag van brandbare materialen, overbelaste elektrische
circuits, kinderen die met lucifers spelen of brandstichting. Afhankelijk van de aard van de brand en/of de locaties van de
rookmelders, kan de melder niet voldoende waarschuwing afgeven om alle aanwezigen in staat te stellen tijdig te kunnen
ontsnappen om verwonding of de dood tegen te gaan, zelfs wanneer het apparaat reageert zoals wordt verwacht.
• Passieve infrarood bewegingsmelders kunnen een indringing alleen waarnemen binnen de afstand zoals in diagramvorm
wordt weergegeven in de installatiehandleiding van dat apparaat. Passieve infraroodmelders bieden geen volumetrische
bescherming. Ze creëren wel meerdere beschermingsstralen. Een indringer kan alleen worden waargenomen in
onbelemmerde gebieden die zijn voorzien van deze stralen. Ze kunnen geen beweging of indringing melden dat plaatsvindt
achter muren, plafonds, vloeren, gesloten deuren, glazen scheidingen, glazen deuren of ramen. Mechanische sabotage,
afdekking, beschildering of bespuiten van enig materiaal op de spiegels, ramen of enig deel van het optische systeem kan
de detectiecapaciteit beperken. Passieve infraroodmelders detecteren wijzigingen in de temperatuur. Als de
omgevingstemperatuur van een beschermde ruimte naar 32° tot 40° C toegaat, wordt de waarnemingsprestatie minder.
• Waarschuwingsapparaten zoals sirenes, bel of hoorn kunnen mensen mogelijk niet wakker maken als deze zich bevinden
aan de andere kant van een gesloten of een gedeeltelijk open deur. Als een waarschuwingsapparaat afgaat op een andere
verdieping van een huis dan de slaapkamers, is het mogelijk dat ze de mensen in de slaapkamers niet wakker maken of
waarschuwen. Zelfs personen die wakker zijn hoeven het alarm niet te horen als het alarm wordt gedempt door een stereo,
radio, airco of ander apparaat, of door passerend verkeer. Ten slotte kunnen alarmapparaten, hoe luid ze ook zijn, mensen
met een gehoorbeschadiging of mensen met een diepe slaap niet waarschuwen.
Beperkingen en garantie
WAARSCHUWING!
DE BEPERKINGEN VAN DIT ALARMSYSTEEM
117