VELD
TITEL en GEGEVENSINVOER
Optieselecties
*91
0 = geen
4 = Audioalarmverificatie gebruiken (AAV)
8 = Uitgangsvertraging opnieuw
starten/terugstellen inschakelen ††
Meerkeuze voorbeeld: Voor zowel AAV en
uitgangsvertraging herstarten, voer +12
(4 + 8).
Telecommonitor inschakelen
*92
Ingave 1 – Time-out
0 = uitgeschakeld
1-15 = respectievelijk 1 tot 15 minuten
(2 = 2 min, 3 = 3 min, etc.; # + 10 =10 min,
# + 11 = 11 min, # + 12 = 12 min,
# + 13 = 13 min, # + 14 = 14 min,
# + 15 = 15 min)
Ingave 2-Weergave/Geluid:
0 = Alleen weergave bedieningspaneel
als de lijn defect is.
1 = weergave en probleemgeluid op en
vanaf bedieningspaneel als de lijn
defect is. Elke partitie schakelt zijn
eigen probleemgeluid uit. Geen
automatische time-out.
2 = Hetzelfde als "1", plus het
geprogrammeerde uitvoerapparaat
START. Als een partitie is ingeschakeld,
activeert de externe sirene. De externe
sirene wordt uitgeschakeld door de
normale sirene time-out of door de
beveiligingscode plus UIT van elke
partitie (het hoeft niet de partitie te
zijn die was ingeschakeld).
Gegevensveld programmeren
TOELICHTING
Selecteer de gewenste opties door de waarden van elke
gewenste optie toe te voegen.
†† Met de optie "Uitgangvertraging opnieuw
starten/terugstellen" kunt u met de toets [∗] op elk
willekeurig moment de uitgangsvertraging opnieuw
starten wanneer het systeem is ingeschakeld in
BLIJVEN of DIRECT. Dit onderdeel schakelt ook het
automatisch terugstellen van de uitgangvertraging in,
wat de uitgangvertraging terugstelt indien de
ingang/uitgangdeur opnieuw is geopend en gesloten
voordat de periode voor de uitgangvertraging is
verlopen na het inschakelen in stand WEG of
MAXIMAAL.
BELANGRIJK: Gebruik AAV niet wanneer u
een bericht naar een pager verstuurd of wanneer
alarmrapporten worden verstuurd naar een tweede
telefoonnummer tenzij de optie monitorzone wordt
gebruikt (waarmee telefoontjes tijdelijk worden
tegengehouden). Anders zal het telefoontje naar het
tweede telefoonnummer door de communiceerapparaat
na een alarmrapport voorkomen dat de AAV de
controle over de telefoonlijn overneemt en kan de
"meeluister" sessie van AAV niet plaatsvinden.
Ingave 1: Stelt de tijdsduur in waarin een
telefoonlijnfout moet uitblijven nadat dit is ontdekt
voordat de optie voor het tweede getal is geactiveerd.
Ingave 2: Selecteert de gewenste reactie voor de
telefoonlijnfout.
Optie 2 kan worden gebruikt zelfs wanneer een
relaiseenheid of lichtnetcommunicatie-apparaat niet
op het controlepaneel is aangesloten.
Het geprogrammeerde uitvoerapparaat moet of worden
geprogrammeerd zodat deze STOPT in veld ∗80 of
STOPT bij de invoer van [beveiligingscode] + # + 8 +
apparaatnummer. Partitie in*80 moet zijn ingesteld
op "0" voor STOPPEN.
49