NL
23
Storingen
Kan de fout volgens de storingstabel niet worden opgeheven dan moet de klantenservice op de hoogte worden
gesteld.
Vermeld het centrifugetype en het serienummer. Beide nummers zijn terug te vinden op het typeplaatje van de
centrifuge.
Een SPANNINGSRESET uitvoeren:
De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
Minstens 10 seconden lang wachten en aansluitend de spanningschakelaar weer inschakelen
(schakelaarstand " ").
Storing
Aanduiding
Geen
---
aanduiding
Tacho-fout
- 1 -
Net-Reset
- 2 -
Onbalans
- 3 -
Communicatie
- 4 -
Overbelasting
- 5 -
Overspanning
- 6 -
Onderspanning
- 8 -
Toerental te
- 7 -
hoog
Te hoge
- 9 -
temperatuur
Versies Error
In de
tijddisplay
wordt een
getal getoond.
Controller-
- C -
Watchdog
Deksel - fout
- d -
Kortsluiting
- E -
Geen rotorcode
- F -
Nieuwe Rotor
rot...
geidentificeerd
26/101
Foutoorzaak
Geen spanning
Ingangszekeringen defect.
Uitval van de toerentalimpulsen tijdens het
programmaverloop.
Stroomonderbreking tijdens de
centrifugecyclus. (De centrifugecyclus
werd niet beëindigd.)
De rotor is ongelijkmatig beladen.
Fout in besturingsdeel of vermogensdeel.
Motor of motoraansturing defect.
Netspanning buiten de toleranties (zie
Technische Gegevens).
Fout in het vermogensgedeelte.
Schakelaar voor te hoge temperatuur in
de motor is geactiveerd.
Foutieve machineversie ingesteld,
besturingsdeel springt naar het
instelmenu.
Fout in het besturingsdeel.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
Kortsluiting in besturingsdeel /
vermogensdeel.
Geen rotorherkenning bij de start.
Geen rotor geplaatst of defecte tacho.
Zie Hoofdstuk rotorherkenning.
Opheffen
Voedingsspanning controleren.
-
Ingangszekeringen controleren, zie
-
hoofdstuk "Ingangszekeringen
vervangen".
Netschakelaar AAN.
-
Het apparaat mag niet
-
uitgeschakeld worden, zolang de
rotatieweergave
roterend oplicht.
Wachten, tot in de rotatieweergave
het symbool " " (Deksel gesloten)
weergegeven wordt (na ca. 100
seconden) en vervolgens een
"STROOMNET-RESET" uitvoeren.
Na stilstand deksel openen en
-
toets
activeren.
START
Indien nodig de centrifugecyclus
-
herhalen.
Deksel na rotor-stilstand openen.
-
De belading van de rotor
-
controleren, zie hoofdstuk
"Beladen van de rotor".
De centrifugecyclus herhalen.
-
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren
Netspanning controleren.
-
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na rotor-stilstand
-
deksel door noodont-grendeling
openen (zie Hoofdstuk
Noodontgrendeling).
Motor laten afkoelen.
-
Met de toetsen
onder de
-
tijddisplay het getal 4 instellen.
De toets
indrukken om de
-
STOP
instelling op te slaan.
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
-
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
De toets
indrukken.
-
START