NL
13
Bedienings- en weergave-elementen
Zie afbeelding op pagina 2.
Fig. 2:
Weergave- en bedieningsveld
13.1
Symbool van de button
Rotatiedisplay. De rotatieaanduiding brandt roterend tegen de wijzers van de klok in, zolang de rotor draait.
Bij stilstand van de rotor wordt in de rotatiedisplay door symbolen de toestand van het deksel getoond:
Symbool
: Deksel geopend
Symbool
: Deksel gesloten
Bedienfouten en optredende storingen worden in de display getoond (zie Hoofdstuk "Storingen").
13.2
Toetsen en instelmogelijkheden
Toerental
RPM/RCF x 100
Een getallenwaarde van 500 RPM tot het maximale toerental van de rotor kan worden ingesteld.
Maximaal toerental van de rotor zie hoofdstuk "Bijlage/appendix, rotors en accessoires/rotors and
accessories". Instelbaar in 100e stappen (RPM = getoonde waarde x 100).
Bij ingedrukt houden van de toets
De remfase en de centrifugeerradius tonen.
Looptijd
t
- Instelbaar van 1 - 99 minuten, in 1 minuten-stappen
- Continuloop "--"
Centrifugeerradius. Invoer in centimeter. Instelbar van 5 - 16 centimeter, in 1 centimeter-stappen.
Centrifugeerradius zie hoofdstuk "Bijlage/appendix, rotors en accessoires/rotors and accessories".
Remfases 0 of 1. Fase 1 = korte uitlooptijd, Fase 0 = lange uitlooptijd.
Bij ingedrukt houden van de toets
Centrifugatieloop starten.
START
Centrifugatieloop beëindigen.
STOP
De rotor loopt met geprogrammeerde remfase uit.
De remfase en de centrifugeerradius opslaan.
Display van de relatieve centrifugaalversnelling (RCF).
RCF
De display van de relatieve centrifugaalversnelling (RCF) vindt plaats, zo lang de toets
ingedrukt.
Korte tijd centrifugeren.
IMPULS
De centrifugatieloop vindt plaats, zolang de toets
De remfase en de centrifugeerradius tonen.
18/101
of
verandert de waarde met toenemende snelheid.
of
verandert de waarde met toenemende snelheid.
wordt ingedrukt.
IMPULS
wordt
RCF