16. Lees de bandenspanning van de manometer
af.
Bij een spanning lager dan 1,3 bar
•
(19 psi) is de band niet goed afgedicht.
Beëindig in dat geval de rit. Roep wegen-
hulp in om de auto af te slepen.
Bij een bandenspanning hoger dan
•
1,3 bar (19 psi) moet u de band oppom-
pen tot de spanning die staat aangegeven
op de bandenspanningssticker aan de
binnenkant van de portierstijl aan de
bestuurderszijde (1 bar = 100 kPa =
14,5 psi). Laat bij een te hoge banden-
spanning lucht uit de band ontsnappen.
WAARSCHUWING
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde
erkende Volvo-werkplaats te rijden om de
beschadigde band te laten vervangen/repareren.
Geef aan het werkplaatspersoneel door dat er
afdichtmiddel in de band zit.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de lucht-
slang na gebruik. Volvo adviseert u dergelijke vor-
men van vervanging te laten uitvoeren door een
erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
De maximale afstand die mag worden afge-
legd als banden met afdichtmiddel zijn gevuld
is 200 km (120 miles).
N.B.
De compressor is een elektrisch apparaat,
zodat u zich dient te houden aan de plaatse-
lijke voorschriften voor afvoer.
Gerelateerde informatie
Laadvloer omhoogklappen (p. 568)
•
Aanbevolen bandenspanning (p. 536)
•
Noodreparatieset voor banden (p. 551)
•
Band oppompen met compressor uit repara-
•
tieset voor banden (p. 555)
WIELEN EN BANDEN
Band oppompen met compressor
uit reparatieset voor banden
De originele banden van de auto zijn op te pom-
pen met de compressor uit de noodreparatieset
voor banden.
1. De compressor moet zijn uitgeschakeld. Zorg
dat de knop in stand 0 (Uit) staat en neem
de voedingskabel en de luchtslang erbij.
2. Sluit de luchtslang rechtstreeks aan op de
bushouder en draai de slang tot aan de klik
rechtsom.
Bevestig de waarschuwingssticker op de zij-
kant van de compressor, omdat u de sticker
niet op de zijkant van het wiel hoeft aan te
brengen als er geen afdichtmiddel is
gebruikt.
3. Draai de ventieldop van de band los en
schroef de ventielaansluiting van de lucht-
slang tot aan de aanslag vast over de draad-
windingen van het bandventiel.
}}
555