WAARSCHUWING
Wanneer de rijhulpsystemen een rijdende
voorligger volgen bij snelheden boven
30 km/h (20 mph) en het doelvoertuig verrui-
len voor een stilstaand voertuig, dan zullen de
rijhulpsystemen het stilstaande voertuig
negeren en in plaats daarvan accelereren tot
de opgeslagen snelheid.
U dient dan zelf in te grijpen en te rem-
•
men.
Automatische stand-bystand bij wijziging van
doelvoertuig
De rijhulpsystemen worden uitgeschakeld en
stand-by gezet:
wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h
•
(3 mph) en de rijhulpsystemen niet kunnen
registreren of de voorligger een stilstaand
voertuig is of een ander object, zoals een
verkeersdrempel.
wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h
•
(3 mph) en de voorligger slaat af, zodat de
rijhulpsystemen geen voorligger meer heb-
ben om te volgen.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 272)
•
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 290)
Pilot Assist (p. 300)
•
Adaptive Cruise Control
50
Tijdsverschil instellen voor
rijhulpsystemen
Het is mogelijk om het tijdsverschil ten opzichte
van voorliggers in stellen die de functies adap-
50
tieve cruisecontrol*
, Pilot Assist en afstands-
waarschuwing* moeten aanhouden.
U kunt verschillende tijdsver-
schillen ten opzichte van voor-
liggers kiezen en deze worden
op het bestuurdersdisplay
weergegeven met 1–5 horizon-
tale streepjes – hoe meer
streepjes, hoe groter het tijds-
verschil. Eén streepje komt overeen met
zo'n 1 seconde ten opzichte van de voorligger en
5 streepjes komt overeen met zo'n 3 seconden.
N.B.
Wanneer op het bestuurdersdisplay het auto-
symbool met een stuur verschijnt, volgt Pilot
Assist een voorligger met het gekozen tijdver-
schil.
Wanneer alleen het autosymbool verschijnt, is
er binnen een redelijke afstand geen voorlig-
ger aanwezig.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
N.B.
Als het symbool op het bestuurdersdisplay
twee voertuigen toont, volgt ACC de voorlig-
ger met een vooraf gekozen tijdsverschil.
Als er slechts één auto wordt getoond, is er
binnen een redelijke afstand geen voorligger
aanwezig.
* Optie/accessoire.
}}
311