SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Vergrendelen en ontgrendelen met
transpondersleutel
Met de knoppen op de transpondersleutel kunt
u alle portieren, de achterklep en de tankvulklep
gelijktijdig vergrendelen en ontgrendelen.
Vergrendelen met transpondersleutel
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van
het model afwijkingen mogelijk zijn.
Druk voor vergrendeling van de auto op de
–
-knop van de transpondersleutel.
Vergrendeling is alleen mogelijk, als alle portieren
en de achterklep dichtstaan.
230
N.B.
Let op het gevaar voor buitensluiten met de
transpondersleutel nog in de auto.
Wanneer u de auto vergrendelt en het
•
alarm inschakelt met een geldige trans-
pondersleutel, wordt een eventuele
andere transpondersleutel of een trans-
pondersleutel zonder knoppen in de auto
gedeactiveerd. Ook de "Safelock-functie"
wordt gedeactiveerd. De gedeactiveerde
sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont-
grendeling van de auto.
Ontgrendelen met transpondersleutel
Druk voor ontgrendeling van de auto op de
–
-knop van de transpondersleutel.
Automatische hervergrendeling
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na ontgrendeling van de
buitenzijde met de transpondersleutel opent, wor-
den deze automatisch weer vergrendeld. Deze
functie beperkt de kans dat u de auto per onge-
luk onvergrendeld kunt laten staan.
Wanneer de transpondersleutel niet
werkt
N.B.
Ga altijd dichter bij de auto staan en probeer
dan opnieuw te ontgrendelen.
Als vergrendelen of ontgrendelen via de trans-
pondersleutel niet mogelijk is, is de batterij
mogelijk leeg – vergrendel of ontgrendel het
bestuurdersportier dan met het afneembare sleu-
telblad.
Gerelateerde informatie
Instellingen voor ontgrendeling op afstand en
•
van de binnenzijde (p. 231)
Achterklep ontgrendelen met transponder-
•
sleutel (p. 231)
een transpondersleutel (p. 228)
•
Batterij in transpondersleutel vervangen
•
(p. 233)
Vergrendelen en ontgrendelen met afneem-
•
baar sleutelblad (p. 237)